maandag 31 januari 2011

Roekoe, Roekoe. Zaterdag 29 januari 2011

“Papa, papa”, mijn siësta wordt voorzichtig onderbroken. ”Papa kijk, een veertje van een roekoe roekoe.” Trots laat Remberto een duivenveer zien die hij net op het balkon gevonden heeft. Remberto straalt, hij heeft het waanzinnig naar zijn zin. “Kom papa er zijn duiven op het balkon”. “Kom”, trekt hij aan mijn hand, mee naar buiten. Hij fluistert want anders kunnen de duiven wegvliegen. Mama roept hem vanaf het balkon en weg is hij weer.

het veertje in zijn hand

Er wordt tegen mijn gezicht geduwd. “Papa, papa, kijk een héél klein veertje”. Hij opent zijn knuistje en daar ligt een heel klein duivenveertje. Hij kan het zelf bijna niet geloven. Ik pak het veertje dankbaar aan.
“Kom papa”. Nog slaperig stort ik me samen met mama en Remberto op de duiven. Voorzichtig besluipen we de pilaar waarop de duiven zitten. “Que” roepen we hard en springen op. De duiven vliegen rustig weg. Gelukkig slapen er geen gasten aan onze kant van het hotel.
Binnen op het bed van Remberto liggen vijfhonderd stukjes lego. We willen hem aansporen er mee te gaan spelen. Dat blijkt volledig onnodig. Enthousiast stort hij zich op de blokjes.” Kijk papa, kijk mama”. Hij vult vol overgaven een onderbord met lange blokjes. Mama zet de poppetjes in elkaar en ik houd me bij mijn werk, ik bouw een huisje.
 Het is echt een gezellige dag. Remberto rent met de poppetjes rond. Probeert mama te overrijden met de doos waar alle blokjes in worden opgeruimd. SSt, niets zeggen papa. Hij staat verscholen bij de badkamer. Met onze vingers tellen we af. Drie, en hij rent achter zijn doos aan door de kamer. Mama kan maar net op tijd op het bed springen. Remberto duikt achter haar aan het bed op.
Na het stoeien met mama is papa aan de beurt. Remberto klimt boven op me. Papa is een trampoline. Hij pakt mijn handen en gaat op mijn buik staan. Vrolijk begint hij te springen. Ik duw hem na een paar sprongen van me af. Mijn eigen TeleTubby giert het uit van de pret. Nog een keer, nog een keer.
Even dreigt zijn bui om te slaan. Remberto gaat voor papa staan en laat een scheet. Papa is quasi boos. Ik pak Remberto voorzichtig bij een oor en zeg ‘boos’ niet meer doen hé bij papa. Remberto pakt alleen op dat papa boos is en gaat in zijn “Va” standje. Gelukkig redt mama de situatie.” Papa maakt maar een grapje”. Ik bedenk me dat ik nog maar even moet wachten met dit soort grapjes.
Het is al weer tijd om naar Plaza Fatima te gaan. “Remberto ga je mee naar de trampoline? ” Snel schuift hij onder het bed vandaan. “Si, trampoline”. Gelukkig blijft hij in zijn hele opgewekte vrolijke stemming.
Op het plein maken we er een feestje van. Een paar rondes op de elektrische motor. Een ijsje, nog een rondje in een auto. Remberto wijst weer naar de man met opblaas speelgoed.”papa, avion graaande”. Ja, groot hé, antwoord ik. “die wil ik” zegt Remberto niet voor de eerste keer. Vandaag kennen we geen nee.
Met ons drieën gooien we het vliegtuig over. Remberto is oprecht blij met zijn vliegtuig. Mooi toch?

zondag 30 januari 2011

Wasdag, vrijdag 28 januari 2011

Het plastic glijdt langzaam naar beneden. Voor het op de grond valt vang ik het op. Ik houd het plastic onder de douche. Met het natte gedeelte plak ik het met mijn vlakke hand weer vast aan de glazen douchewand.

"Wil je douchen?" hoor ik Daan in de kamer aan Remberto vragen. No, Remberto speelt met de autootjes die hij heeft verdiend. Wil je niet met papa douchen? Blijkbaar wel. Hij legt zijn bril naast die van mij en stapt de douche binnen.

Caliente, warm, zegt hij verwijtend. Hij ontwijkt het water en gaat bij de douchespullen zitten. Van mama, ook van mama, hij wijst de verschillende flessen met shampoo aan. Papa, Rembertooo, Rembertooo. De van Jackie meegekregen doucheschuim met een kikker erin is zijn favoriet. Een beetje op zijn hand en wat meer op de grond. Hij begint met het inzepen van zijn haar. Papa frio, hij knikt instemmend met zichzelf, en draait de kraan voor het koud water meer open. Onder de straal met lauw water wast hij het sop van zijn hoofd. Die papa, samen zepen hem in met de aangewezen doucheschuim. Ondertussen laat ik het badje vollopen. Remberto gaat er met een plons inzitten. Kijk papa als ik er in plons gaat al het water eruit. Ik lach met hem mee. Remberto plonst weer in het badje als ik me al afdroog.

Mam mah sokken, roept Remberto vanuit de badkamer. Van mama krijgt hij een aantal sokken en onderbroeken. Fanatiek begin hij het ondergoed te wassen. Een wasborstel fantaseert hij erbij. Mam mah zeep, roept de wasman. Wij hebben het allemaal, vanuit de deuropening, gade geslagen en waren er al op voorbereidt. Samen genieten we hoe hij op gaat in zijn werk.

Meer sokken, mama. Water papa. Als de douchevloer vol water staat pakt hij de ramenwisser en droogt de vloer. Voortdurend is hij druk in gesprek. Met ons, zichzelf....? Koud water papa. Vraagt hij weer. Wil je geen warm water, Remberto? No frio, commandeert hij.

Met het nieuwe koude water begint hij zichzelf weer te wassen. Papa, deze shampoo is van papa hé? Pap pah een klein beetje? Hij trekt zijn verleidingsgezicht. Pap pah, ik wil deze. Tevreden smeert hij de shampoo in zijn haar.

Door het uitgebreide gespetter krijgt hij het koud. Vanuit de douche roept hij om een handdoek. Ik droog zijn haren en leg hem stevig in het badlaken gewikkeld op bed. Weerloos ondergaat hij een kietelbeurt. "Plassen" roept hij hard lachend, "kaka". Maar dat smoesje hebben we al eerder gehoord.

Broertje (Rutger) gefeliciteerd met je verjaardag.

Plons, donderdag 27 januari 2011

Plons. Remberto is het water in gesprongen en gaat kopje onder. Het water spettert alle kanten op. De andere kinderen wenden hun gezicht even af. Weer boven gekomen wrijft hij het water uit zijn gezicht en hapt naar adem. Triomfantelijk kijkt hij of wij het wel hebben gezien. Bianca waadt naar hem toe. Maar Remberto is alweer onderweg voor een nieuwe sprong. 
Eerder heeft Daniëlle met Remberto in het zwembad gespeeld. Vanaf de kant geeft Remberto mama aanwijzingen. Mama verder weheg. Als de juiste afstand is bepaald waagt Remberto het erop. Hij springt het diepe in, waar mama hem opvangt. Zijn armen omhelzen mama’s nek, hij is veilig. Mama kijkt opgelucht en gelukkig naar papa. Heerlijk hoe ze elkaar knuffelen. Remberto rukt zich los voor een volgende sprong.
Met Remberto om haar hals loopt mama weer naar het ondiepe. Remberto blijft op haar gestrekte armen drijven. Ze leert hem zwemmen. “Kijk Remberto, zwemmen, zwemmen”, zegt mama. Remberto doet zijn best de zwembewegingen na te doen. “Zwemmen, zwemmen”, herhaalt hij in het Nederlands. Zwemmen”. Mama is trots op zijn pogingen. Vertedert kijkt ze hoe hij zelf rondt ploetert.
“Hoe oud bent u” vraagt Bianca mij. Vijfentwintig, jok ik een paar jaartjes. Haar vriendinnetje twijjfelt en wijst op mijn inhammen. Vijfendertig dan, probeer ik. Acht, roept Remberto, vol overtuiging. Ja Acht, acht, roepen we samen. Bianca vraagt door.” Uhh, ooouud”, roept Bianca als ik mijn leeftijd verraad. “ooouud”, waarop ik genoodzaakt ben haar kopje onder te duwen. De andere volgen om de beurt.
Bianca wil wel eens weten hoe dat nou zit. Is Remberto echt jullie zoon? Want hij is toch bruin? En ze trekt met haar duim en wijsvinger het vel van haar arm omhoog. En in Nederland, gaat Remberto dan Engels praten? Nederlands, herhaalt ze verbaast. Maar hoe klinkt Nederlands dan? Ze lachen en doen het rara geluid na.
De hele middag in het zwembad heeft Remberto behoorlijk uitgeput. Bij het eten vallen zijn oogjes al een beetje dicht. Wij delen met ons drieën Piqué macho. Patat, vlees, ei en groenten gestapeld, best lekker maar een beetje gekruid. Remberto houdt het bij het vlees. Als zijn vlees op is vraagt hij om meer. Nee, eerst twee patatjes, dan weer vleesproberen we. Gelukkig werkt dat nu nog. Pikante, mama. Pikante, papa, herhaalt hij met een vies gezicht. Als hij klaar is met eten staat hij op en pakt mijn hand. “Kom papa, vamos”.
Na het tanden poetsen en in pyjama mag hij nog vijf minuutjes tv kijken. Als hij moet gaan slapen stapt hij weer uit bed en pakt, uitdagend, de telefoon. Remberto, klink ik waarschuwend. Net op tijd ligt hij weer in zijn bed. Plotseling staat hij op, loopt naar zijn slippers en wil de deur uitlopen. Wat ga je doen ventje? Mijn kleren hangen nog aan de waslijn bij het zwembad. Leuk geprobeerd jongen, hup het bed weer in.
Remberto is heel erg moe maar heeft nog een zetje nodig om in slaap te vallen. Het was een hele leuke, gezellige dag. Voor Remberto is dat een moeilijk gevoel. Het voelt als verraadt aan zijn oude opvoeders, de tantes van Hogar. En wat als het allemaal voorbij is en papa en mama hem weer wegdoen? Om zichzelf te beschermen tegen zo’n teleurstelling moet de dag weer een beetje verpest worden. Als papa en mama boos op hem zijn. En hij boos op papa en mama. Is de teleurstelling niet zo groot.
Met mijn boze stem roep ik streng; “en nu in bed blijven liggen”. Ik houd hem lichtjes op bed gekluisterd. Het is voor Remberto voldoende. “Va”, roept hij boos en hij draait zich van mij af. Zijn gezicht verstopt hij. Huilend roept hij ”Tjatiti, Tjatiiiitiii.” Na twintig seconde wordt het stil. Binnen een minuut slaapt onze lieverd.
Heel vals hebben wij het tafereeltje op video vastgelegd, voor later.

vrijdag 28 januari 2011

Centro Artesanal, woensdag 26 januari 2011

De zon staat op het hoogste punt van de dag. Met ons drieën wandelen we eens naar een ander deel van Trinidad. Het gebied rond het Plaza municipal José Ballivian begint wel heel vertrouwd te worden. Op de kaart hebben we restaurant El Tabano zien staan. El Tabano zit vlakbij het Centro Artesanal waar we na het eten willen gaan kijken.
Vanuit het hotel is het linksaf, nog een keer links en dan misschien nog even zoeken. Op de plattegrond van Trinidad staan alle straatnamen. Maar hier hebben de straten geen naam. We zijn aan het zoeken. Al lang aan het zoeken. Daniëlle pakt de plattegrond er weer bij. “Volgens mij zijn we hier!” wijs ik een straat aan. “Nee, man hier”, antwoord Daan en wijst een straat drie blokken verderop aan. Dan moeten we daar heen, geef ik me gewonnen. We bergen de kaart op en dwalen weer rond.
Er is geen restaurant of open winkeltje te bekennen. Het bord van een Christelijke gemeente nodigt ons uit, maar nu is het even gesloten. In deze wijk wonen gewoon mensen. Het is siësta tijd, waarschijnlijk rust nu iedereen of zit thuis in de schaduw te eten.
Zullen we maar terug gaan. Op het plein kunnen we ook eten, opper ik. Nog een klein stukje, antwoord Daniëlle. In de verte zien we een pleintje dat bekend voorkomt. Zie je wel daar is het restaurant, zegt Daan opgelucht. We lopen het lege pleintje van Restaurant Churrasqueria El Mano op. Remberto kan eindelijk plassen.
Van het menu mogen we het gerecht met kip met Coca Cola kiezen. Het eten ziet er lekker uit maar valt een beetje tegen. We hebben net genoeg cola om de droge kip weg te spoelen. Remberto kijkt naar de jongens op het pleintje die met een hond spelen. We tikken hem op zijn schouder. Plichtmatig neemt hij een paar happen.

Als zijn bord toch nog redelijk leeg is gaat zijn aandacht uit naar een jong katje. Samen lopen we erop af. Het katje laat zich in het nekvel grijpen. Gewillig bengelt ze in mijn hand. We lopen naar onze tafel terug en spelen met het katje. Remberto wil haar ook in zijn armen houden. Hij geniet zichtbaar. Zachtjes geeft hij het katje een klein tikje op de neus. De kat geeft een waarschuwend haaltje over de wang van Remberto. Hij schrikt er van maar blijft met het katje spelen.
Bij het Centro Artesanal is alles dicht of het bestaat alleen uit een winkeltje. We lopen er even doorheen. Bij de uitgang geef ik Remberto de schuld van ons korte bezoek. Ik knik naar Remberto die me aan mijn hand voorttrekt. De verkoopster knikt begrijpend.
Bij het omkleden voor de nacht is Remberto nog vol van het katje. We bekijken de foto’s. Lief hé, papa.

Avondeten, dinsdag 25 januari 2011

We zijn op weg naar het restaurant voor het avond eten. Niet dat dit wat uit maakt in Trinidad. Op het menu staat ’s middags en ’s avonds globaal hetzelfde. Je kunt het plukken en doet tok, tok, tok. Of het graast en doet booee. En dat in meer dan vijfduizend variaties. Remberto is er gek op. Voor hem hoeven de hamburgers en pizza’s, nog, niet.
“Papa, aqui!” Remberto laat zich op de aangewezen pilaar zetten. Snel aftellen vanaf drie en.. met uitgestrekte armen springt hij in de armen van papa. “Nog een keer!” Om zijn vraag te ondersteunen knijpt hij mijn lippen bij elkaar en geeft er een zoen op. “Nog een keer?”. Zijn opgetrokken wenk brouwen en guitige snoet beslechten het pleit. “Aqui, hier?” Zijn wijsvinger wijst naar een pilaar met een nog hogere sokkel. Lachend springt hij naar me toe. Ik vang hem op en subtiel knuffel ik hem even tegen me aan.

“Je moet nu even lopen”, zeg ik tegen Remberto en ik zet hem op de grond. Remberto trekt zijn benen in een blijft aan mij hangen. Ik pak hem met liefde weer op. Hij drukt zijn hoofd op mijn schouder. Armen innig om me heen. Heerlijk. ” Aqui?” Hij wijst naar een grote plas. Ik weet wat er gaat komen en zet hem op de grond. Zijn linker knuistje verdwijnt in mijn rechter hand. Één, twee, drie, Remberto springt, ik trek hem extra hoog en ver. Bij het landen roepen we beide in koor; “hoppaah”. Gelukkig zijn er wel duizend grote en kleine plassen, kuilen en stoepjes en om de vijf meter een pilaar met sokkel. We missen er geen één. Zelfs de andere mensen op straat hebben plezier om ons.
Maar wij moeten verder. We rennen mama voorbij. ”Mama no, mama no”, roept Remberto in het voorbij gaan. Mama komt ons achterna. Pap pah, rennen. Hand in hand rennen we voor mama uit. Op een veilige afstand draaien we ons om. Snel trekken we een lange neus naar mama en rennen verder.
We stoppen abrupt, oh oooh Pap pah, een diepe brede goot verspert onze weg. Ik wil Remberto weer laten springen maar dit keer even niet papa. Ik wordt opzij gedirigeerd en kijk toe. Remberto verkneukelt zich al op zijn succes. Met een kleine aanloop vliegt hij door de lucht. Op handen en voeten landt hij aan de overkant. Hij staat op en veegt zijn handen aan zijn kleren af. Triomfantelijk kijkt hij me aan. “Hoppaah papa”. Ik prijs hem en geeft hem een aai over de bol. Remberto is blij met zijn beloning.
Bij een hele grote plas hebben we de hulp van mama nodig. Mama si, zegt Remberto kortaf, met zijn stoere mannen stem. Tussen ons in springt hij over de plas. “Hoppaah”, zegt ook mama. Remberto lacht naar mama, trekt zijn hand uit haar hand en roept; “mama no”. Maar mama is snel en pakt hem weer vast. Nu eist mama een kusje op. Uiteindelijk krijgt zij, onder luid protest, haar zin.
Zullen we een straatje verder op gaan eten?

donderdag 27 januari 2011

Besos bandiet, dinsdag 25 januari 2011

Ik zit alleen in de hotelkamer. Klop, klop, klop. ”Binnen”, roep ik. Even is het stil. “Binnen”, herhaal ik. Weer wordt er geklopt. Ik loop naar de deur en doe open. Waahh, twee corrupte politie agenten stormen binnen. Ik zie twee pistolen van lego om mij gericht. Handen omhoog, dineros, roept een zware mannenstem. Voor ik wat kan zeggen. Pang, pang,pang.
Remberto, en mama hebben grote lol.  Remberto voert het hoogste woord, dineros. Snel rennen de twee de gang weer op. Klop, klop, Klop.
Na een paar overvallen besluit ik eens wat terug te doen. Ik word de besos bandiet. Klop, klop, klop. Ik blijf stil. Klop, klop. Ik trek de deur open en storm de gang op. Remberto rilt van de spanning. “ik ben de kusjes bandiet, ik ben de kusjes bandiet”roep ik. Remberto en mama rennen voor hun leven. De corrupte politieman rent zo hard als zijn beentjes rennen kunnen. De kusjes bandiet krijgt hem toch te pakken. Nee, nee, nee gilt Remberto, maar de kusjes bandiet kent geen genaden.
Klop, klop, klop, de pistolen bandieten hebben er nog lang geen genoeg van.

Parque Patanal, maandag 24 januari 2011


Met Remberto in mijn armen steek ik rennend de straat over. Ik probeer zo te voorkomen dat we helemaal doorweekt raken. Het regent zo hard dat het maar gedeeltelijk lukt. Papa, nog een keer! Er is weer een plensbui losgebroken. Meneer bepaald welke kant we op gaan. Op elke kruising met een natte en een droge keuze, wordt het gelukkig de droge. Maar het over rennen smaakt wel naar meer.

We komen net terug van Parque Patanal. Een soort speeltuin, kinderboerderij. Maar dan op zijn Boliviaans. Met half vergane speel/klimrekken, schilpadden, twee papagaaien, krokodillen en een slang van negen meter lengte.
                Vlakbij de ingang staat een hertje te grazen. Voorzichtig loop ik er op af. Ik verwacht dat Bambi elk moment vlucht. Maar zij wacht geduldig tot ik er ben. Haar ruwe hand likt het zweetzout van mijn hand. Remberto moet er nog niets van hebben. Hij kijkt op een afstandje toe. Dan klimt hij in het restanten van een klimrek. Daar vandaan heeft hij een prima zicht heeft op Bambi. Ik ga naast hem zitten en moedig hem aan het hertje te aaien. Een voorzichtig kort tikje tegen het oor van Bambi volgt. Rustig wandelt ze weg. Wij besluiten ook door te lopen. Mama is echter de andere kant op gelopen dus we blijven even staan wachten.
Bambi komt weer naar ons toe geslenterd. Remberto ziet het met enige angst aan en verschuilt zich achter papa. Met beide armen omklemt hij mijn been. Uit eindelijk overwinnen we samen zijn angst. “Lekker zacht is Bambi hé papa”. Remberto aait het hert voorzichtig. Ik denk, zacht?, het zal de taal barrière wel zijn.
Vlak bij het hotel schuilen we onder een luifel voor de regen. Toevallig blijkt het een ijstent te zijn. We bestellen lekker grote ijsjes met wel twee bollen. Boven op het ijs van Remberto staat een horentje. Ik vul zijn horen met veel ijs. Glunderend likt ons mannetje aan zijn ijsje. Het horentje is leeg. Zijn ogen smeken papa om meer. Ik doe geen enkele moeite hem te weerstaan. Het rap smeltende ijs doorweekt het horentje en lekt over zijn hand. Mama kijkt bedenkelijk.




Zonder papa, maandag 24 januari 2011

Voor het eerst zijn we buiten het hotel zonder papa. Zonder dat er een woord wordt gezegd lopen we naast elkaar. Papa is in het hotel op de computer aan het werk. Weg is de branie van Remberto. Geen branie zoals in het hotel. Of praatjes als we samen met papa zijn.
Bij de vitrine met kaas en worst vraag ik; “Remberto wil je kaas”. Zijn hoofd knikt ja. Ik pak uit de schappen wat er op mijn lijstje staat. Bij de schappen met koek, snoep en chips draalt mijn ventje. Bij de plank met kleine zakjes chips blijft hij staan. Hij kijkt er naar en vraagt met zijn ogen, mag ik die? Tuurlijk jongen. Bij de kassa wil ik betalen. Met moeite laat Remberto mijn hand los. Zijn open hand blijft op dezelfde hoogte hangen. Ik betaal en pak de tassen van de kassa. Opgelucht pakt hij weer mijn vrije hand. Mama voelt zich net zo groot en sterk als papa.
In de winkel waar we geregeld komen zoekt Remberto een drinkbeker uit. De vrouw die ons helpt vraagt of Remberto mijn zoon is. Trots en blij zeg ik, ja. Een verbaasde reactie volgt. Ik zie haar denken, maar jij bent toch wit, blond met blauwe ogen?
In het hotel laat Remberto net zo trots zijn drinkbeker aan papa zien. Terug zijn de praatjes en de branie.

woensdag 26 januari 2011

Aviooon, zondag 23 januari 2011


Er is weer hoop

 We liggen in bed te luisteren naar NOS langs de lijn. Remberto wordt, na twaalf uur slapen, langzaam wakker. Plots schiet hij overeind en roept; “Tele, tele, tv”. Om ons gelach te smoren springt hij van zijn bed naar dat van ons. Zijn aanvalskreet is indrukwekkend. We redden ons met stoeien en knuffelen. Hij helpt ons over de ellende heen die Utreg ons aandoet, Ajax verliest met drie – nul.
Er zijn net een paar vliegtuigen aangekomen. Onder aan de trap krijgen alle passagiers een paraplu aangereikt. We staan op het bordes van Aeropuerte Jorge Henrich met zicht op de vliegtuigen. Met zijn mond omklemt Remberto de betonnen rand van het bordes. De regen die op de rand valt zuigt hij op. Ik wil er wat van zeggen maar bedenk me. Hij is het gewend. In Hogar wordt de regen opgevangen en gebruikt als drinkwater.
Naast elkaar staan we in de regen te kijken. Ik praat, Remberto knikt. De regenkleding van mama hebben we weer uitgedaan, véél te warm. Papa, groooote vliegtuigen, zegt hij met zijn armen wijd uit elkaar. Ja jongen, hele grote vliegtuigen.
Het duurt nog even voordat de vliegtuigen weer vertrekken. We gaan lekker opdrogen en wat drinken in het restaurant. Daan en ik drinken thee. Papa schilt een appeltje voor Remberto. Elk achter gebleven minuscuul stukje schil wordt alsnog met de hand verwijderd. Door de spijlen van het open raam kijken we hoe een drugshond een partij opgestapelde dozen besnuffeld. Het dier vindt niks en wordt weer in zijn hok gestopt.
 Mama weet hoe laat de vliegtuigen weer vertrekken en dirigeert ons terug naar boven. We staan met zijn drieën een beetje beschut naast elkaar. Remberto op een richel. Daar vandaan springt hij in de armen van papa. Klimt in zijn nek of leunt lui tegen de rug van mama.
We zien maar liefst vier vliegtuigen vertrekken. Met zijn hand doet Remberto de vliegtuigen na. Ajounnn, zijn hand maakt een sierlijke beweging omhoog.
Terug in het hotel doet Remberto papa na. Hij pakt de waslijn en spant het door de hele kamer. Enthousiast vraagt hij; “Mama sokken?”. Alle beschikbare sokken worden met de kleurige wasknijpers opgehangen. Hij gaat er helemaal in op. Vanuit de badkamer horen we gerommel. Met de ramenwasser kuist hij de glazendeur en begint daarna aan de vloer. We mogen er niet meer op lopen. De kamervloer volgt.
Als er niets meer schoon te maken valt wordt papa verleidt tot zwemmen. We blazen de bandjes op, krijgen een handdoek mee. Nee papa, niet de witte, de gekleurde handdoeken. Mama heeft Remberto verteld dat die speciaal voor het zwemmen zijn. Ik plons in het water. Gatver de gatver. Als ik, in het water, mijn bril opzet blijkt het water groen van de algen. Ik gooi het op de kou en wil eruit. Hier papa, hier is een lekker warm plekje. Papa hier ook, blijf nog maar even. Samen zitten we op de ondiepe richel te bibberen. Onze benen bengelen gevaarlijk in het diepe. Remberto zwamt er op los. Ik maak me alleen maar zorgen dat wij geen water binnen krijgen.
We douchen zeer uitgebreid. Vijf keer zijn haar wassen, zes, of twintig, keer het hele lichaam met doucheschuim. We vullen het badje dat onze voorgangers voor ons achter hebben gelaten met warm water. Remberto zit er al een tijdje in maar bedenkt zich. Hij stapt eruit en gooit de kuip in één keer leeg. Er moet koud water in. Koud, vraag ik me af? Ik vermoed dat hij dat gewend is. Remberto heeft echter een plannetje. Hij gaat al onze kleding wassen. Enigszins teleurgesteld wast hij een paar sokken en onze zwembroeken.” Mama meer”, roept hij vanuit de douche. Mama heeft alleen nog het fijnere spul en …. toch maar niet.
De regen is net op tijd gestopt, zodat we nog naar Plaza Fatima kunnen. We lopen naar het grote plein, Plaza Municipal Jose Ballivian. “Taxi” roepen we met onze zware mannenstemmen. Op Plaza Fatima rijdt Remberto weer twee rondes op een elektrische auto. Als we klaar zijn lopen we zogenaamd weg. Remberto wijst naar de trampolines. Ik kijk hem aan. Hij knikt ja. Trots staat hij helemaal alleen te springen. Zo hoog dat hij de blaadjes van de takken kan aftrekken. Wij zweven, vertedert met hem mee.



dinsdag 25 januari 2011

Plaza Fatima, zaterdag 22 januari 2011

Ik neem een slok van mijn thee en kijk naar Remberto. Zijn volle aandacht is gericht op zijn toast met jam. Hij neemt kleine hapjes van het midden stuk. Van de korst likt hij stukje voor stukje de jam. Ooh papa. Hij laat de afgelikte korst zien. Ik snap de hint. Ik pak het potje met jam en smeer de korst nog eens dik in. Per ongeluk laat ik een vol lepeltje jam op zijn bord vallen. Blij verrast kijkt hij me aan. Mama komt de trap af gelopen. Ik leg mijn wijsvinger op mijn getuite lippen. Niets tegen mama zeggen. Remberto begrijpt het. Mama no, zegt hij en fronst zijn voorhoofd.
We schuiven de restanten van het ontbijt aan de kant. We zitten aan de grote tafel met zicht op het zwembad. Dikke druppels spatten omhoog in het zwemwater. In de lucht klinkt gerommel. Er is nog genoeg ruimte aan tafel om te kleuren. Mama geeft het goede voorbeeld, Remberto doet erg zijn best om het na te doen. Mama? Ojos van het hert? Blauw is mooi. No negro, zegt Remberto en pakt een zwart potlood. Een harde donder ontrolt zich boven het hotel. Mama en Remberto schuiven dicht tegen elkaar aan.
Trots laat Remberto zijn kleurplaat zien. Wij zijn ook trots en prijzen hem. Boks mama, boks Papa.
We eindigen de dag op het grote Plaza Fatima. Zaterdag en zondagmiddag kan je daar op speelgoed auto’s, fietsjes en trapauto’s rondjes op het plein rijden. We lopen eerst even rond. Remberto verstevigd zijn grip in mijn hand en verschuilt zich een beetje schuin achter me.
Remberto wijst op een groepje auto’s. Die? Vraagt mama en wijst een auto aan. Hij knikt bevestigend. Die? Vraagt papa en wijst een andere auto aan. Weer knikt hij ja. De beheerder van de auto’s komt aangerend. Cinco Bolivianos, vijf Bolivianos roept het ventje van negen. Hij drukt op twee knoppen om te laten zien waarom het zo duur is. De auto begint uit zichzelf te bewegen.
Strak vooruit kijkend stuurt hij zijn auto voort. Het is geweldig om te zien hoeveel indruk dit op hem maakt. We genieten allemaal van het rondje. Ho, ho, ho, er is maar voor één rondje betaald. Ik dirigeer het ventje richting Daan. Wij beginnen alvast aan het tweede rondje. Daniëlle voegt zich al snel weer bij ons. Remberto vindt het geweldig.
Op een bankje in het park genieten we na. Toet, toet. De ijscoman trekt alweer zijn aandacht. Papa? Weer wijst hij alleen maar. Nooo, siii, noo, ooh pap pah siiii. We kiezen voor een ijsje Bolivianos. Bevroren limonade op een ijsstokje.
We lopen langs de trampolines. Wil je springen Remberto? Heftig nee geschut. Hij klampt zich aan mijn been vast. Zeker weten? Heftig ja geknik. De man van de trampolines ziet het glimlachend aan en schudt ook nee, dat wordt niks. Samen met papa op de trampoline? We trekken onze schoenen en sokken uit en kruipen op het springtuig. Ik achtervolg Remberto, we springen en vallen samen. Jammer genoeg zijn de geweldige vijf minuten al weer om.
Papa en mama vinden Remberto gewoon een lieverd.
( Ik zit dit te tikken. Daan kijkt naar mij en vraagt; “Is het zo leuk?”. Ik vertel dat ik bij de trampolines ben. “ Dat dacht ik al. Je zit met z’n grote smile op je gezicht”. Samen genieten we nog even na.)


maandag 24 januari 2011

Pizza Hawaï, vrijdag 21 januari 2011

Danielle wil wat rommelen in de kamer. De indeling van de kast en dergelijke moet nog wat meer op Remberto worden aangepast. Wij zijn de hal opgestuurd. Aan een tafeltje bouwt Remberto weer hoge torens met zijn lego. Als alle blokjes gestapeld zijn zet hij de toren op tafel. Hij straalt van de voorpret. Ik tel mee, één, twee, drie en met een klap stort de toren naar beneden.
Bij de trap staat Mario toe te kijken. Hij is vandaag met zijn moeder mee die in het hotel werkt. Ik stel de twee mannen aan elkaar voor. Remberto loopt naar onze kamer. Ik laat hem maar gaan. Het is misschien nog wat te vroeg voor onbekende vriendjes.
Remberto komt echter terug met zijn rode Cars rugzak vol met speelgoed. Ik geef Mario de kleurpotloden en een kleurboek. Hij gaat er ijverig mee aan de slag. Remberto is bij de trap aan het spelen. Met een vaart rijdt hij zijn autootjes naar beneden. Daar spatten ze uit elkaar. Mario ziet daar ook wel de humor van in en doet gezellig mee. Tja.
Bij het zwembad zit ik zit te Skypen met mijn ouders, Ans en Frank. Ik zie twee verzopen mensen op mijn scherm verschijnen. Blijkbaar is het ook regenseizoen in Nieuw Zeeland. Daniëlle zit met Remberto bij de rand van het zwembad. Paps en mams maken het live mee. Oohh, aahh, kijk, kijk, kijk. Remberto maakt er een showtje van. Ik maak een eind aan het gesprek en haal twee zwembroeken, ook een voor Mario.
Als avondeten delen we gezellig één pizza Hawaï. Remberto is er niet van onder de indruk. Met moeite gaan er een paar stukken naar binnen. Bij alles dat op groente of fruit lijkt trekt hij een vies gezicht. Pruil lip; “Mama, no queiro”. Wij eten niet veel meer. De magen zijn van streek. Er blijven dan ook nog enkele stukken liggen.
Na het eten splitsen we op. Daan gaat pinnen. Wij lopen naar de sporthal. Remberto kijkt naar mij. Mama? Mama komt zo. Als papa het zegt. We komen langs ons hotel. Ik loop bewust voorlangs over straat zodat Remberto het niet opmerkt. Ho, papa. Met een rukje staan we stil. Remberto wijst. Nee man, we gaan eerst naar de sporthal.
Uit een zaal vol met steppende vrouwen komt harde muziek. Remberto gaat voor de open deur staan. Zijn hoofd tussen de spijlen geklemd kijkt hij bewegingloos toe. Ik wil verder en tik op zijn schouder, Vamos. Hij knikt en grijpt mijn hand.
In de hal lopen we achter het doel langs naar het midden van de langezijde. We nemen halverwege op de betonnen tribune plaats. Zwijgend kijkt hij naar de vrouwen die voetballen. Al snel zie ik een man voor ons slaande bewegingen maken. Muggen. Ook wij worden aangevallen. Omdat we twijfelen over de soort muggen, smeren we hem. Voor mama is het dan al te laat. Zij is al minstens vier keer gestoken.
Het is tijd om naar bed te gaan. Remberto staat op zijn plastic krukje bij de wasbak. Eerst wat tandpasta op zijn wijsvinger. Dan poets hij uitgebreid zijn tanden. Goed met water spoelen en krachtig uitspugen.
Zeep, kam, tandpasta van mama, voor hij klaar is pakt hij eerst nog alles wat voor hem staat in zijn handen. Dan loopt hij de kamer in. Hij zoekt zelf een pyjama uit. Het doet ons goed dat hij zich wilt omkleden.
Voor ik ga slapen laat ik hem nog een paar keer plassen. Ik til hem uit bed, zet hem voor de pot en breng hem weer terug. Doe ik dat voor hem of omdat ik het zo leuk vind?

zondag 23 januari 2011

Siempre, donderdagmiddag 20 januari 2011


Remberto zit met zijn aapje op bed. Zwijgend inspecteert hij de kamer met zijn ogen. Kleding mama, kleding papa, kleding Remberto alles is er nog. De koelkast, tv check, waar is de afstandbediening? Zijn speelgoed bekijkt hij nauwkeuriger. Puzzel, blokken en kleurpotloden alles is er.
“Ik heb honger” doorbreekt hij zijn zwijgen. Goed man, ga je mee naar het restaurant beneden? Remberto trekt zijn ’nee, dat wil ik echt niet gezicht’ en schudt nee. Vlakbij het hotel is een hal waar meerdere mensen maaltijden aanbieden. Danielle zorgt voor onze hap. Ik blijf met Remberto op onze kamer. Alles is leuk. Bed op, bed af. Piep, piep, piep de airco gaat duizend keer aan, uit. Tjoekoe, tjoekoe, tjoekoeoe gaat zijn trein door de kamer.
Daniëlle komt hijgend binnen. Rustig wandelend en om ons heen kijkend leek het een stuk dichterbij. Om het eten niet koud te laten worden heeft Daan terug gerend. Remberto eet snel en gulzig. De Limonade gaat uiterst voorzichtig nippend, nipje voor nipje naar binnen. Maar wel in enorme hoeveelheden.
De airco aan, uit is blijven steken op uit. Om de warmte te ontvluchten gaan we zwemmen. Pap pah zwembroek aaaaan, we gaaaan. We horen beneden praten. We gaan langzamer en langzamer de trap af. Halverwege, waar de trap een draai naar links maakt, staan we stil. Hij buigt voorzichtig zijn hoofd om de hoek van de trap. Mensen! Hij draait zich naar me toe. Hij trekt weer zijn liever niet grimas en schudt nee. We lopen snel weer terug naar de kamer. Opgelucht sluit hij de kamerdeur.
Remberto wil toch graag naar buiten. Wij ook. Zullen we gaan lopen? Samen met papa? Aarzelend knikt hij ja. Dan durft hij het wel. Hand in hand gaan we op weg. Rechtsaf richting de stenen brug. De winkeltjes liggen vol met koopwaar. Shampoo, zeep, speelgoed, schoolspullen van alles. Elke uitstalling wordt aandachtig bekeken. Zwijgend. Onbewust wijst hij met zijn wijsvinger van alles aan. Bij een smalle, donkere doorgang strekt hij zijn vrije hand uit naar mama. Tussen mama en papa in gaat het nog beter. Mama lacht.
Het duurt even voor Remberto wil gaan slapen. Hij vertrouwt het nog niet. Moet ik niet terug? Voor de zekerheid zegt hij het zelf maar. "Ik wil naar Hogar". Het snijdt door ons hart. We vertellen Remberto dat hij bij ons blijft, siempre. Hij draait zich om en valt, met zijn nieuwe kleren aan, als een blok in slaap. Samen verkneukelen we ons. Hij is zooo lief.
Daniëlle volgt Remberto al snel. Ik blijf een poosje kijken en volg hun voorbeeld.



vrijdag 21 januari 2011

Eindelijk samen, donderdag 20 januari 2011

Het is een kleine vijf minuutjes lopen naar het rechtsgebouw. Toch gaat de wekker weer om acht uur. We gokken niet op een snelle service en slaan het ontbijt over. Het geeft ons de tijd om voor Remberto een kadootje te kopen. Als ik te lang treuzel gaat Daniëlle alvast vooruit. Het is uiteindelijk half tien als we plaats nemen op een bankje in de patio van het rechtsgebouw. Maria Rene en Patchi groeten ons en we wachten af. Maria Rene moet nog wat regelen en loopt het kantoor van de rechter binnen. Het geeft ons even de tijd te praten met Patchi over de mogelijkheden van onze bijdrage aan Hogar. We worden onderbroken als Patchi een telefoontje krijgt van Dennis (en Ghyte). Ik probeer ze nog de groeten te doen maar Patchi heeft alleen aandacht voor hun gesprek.
Kwart over tien worden we toch wat onrustig. Het zal toch wel allemaal goed zijn? Het wordt half elf. De rechter is er, wij zijn er, de afspraak staat voor tien uur, laten we beginnen. Onze onrust wordt opgemerkt. Er is niets aan de hand, alleen is men vergeten de advocaten van Hogar uit te nodigen.
Als de rechter vindt dat hij lang genoeg heeft gewacht worden we naar binnen geroepen. Dan gaat het weer snel. De zaak wordt aangekondigd en iedereen welkom geheten. Ronkende volzinnen worden uitgesproken en genotuleerd. Plots worden we gefeliciteerd. De rechter ziet onze blijdschap en vraagt ons te vertellen hoe het tussen ons en Remberto gaat. We richten ons tot Patchi, hij gaat ons verhaal vanuit het Engels naar het Spaans vertalen. De rechter lacht en vraagt ons het rechtstreeks in het Spaans aan hem te vertellen.
De rechter luistert en lacht, wij struikelen over onze woorden en emoties. Het is ook ons niet helemaal duidelijk wat we vertellen, maar iedereen begrijpt het. We mogen de officiële papieren tekenen. Tot de volgende audiëntie op drie februari 2011 blijft Remberto bij ons. En daarna…..ook!!!
Nadat we ons hebben omgekleed rijden we met Patchi mee naar Hogar. Wij lopen elke keer dat we Hogar bezoeken terug naar ons hotel. Langzaam aan begint de ’Daan Daan’ te werken. Eh.. Patchi hier moesten we naar links. Toch is het Patchi die ons voor de deur afzet.
Maria Rene heeft alle officiële documenten bij Hogar al geregeld. Remberto hoort nu bij ons. Nog niet helemaal officieel, verre van zelfs, maar het voelt wel zo. Opgewekt lopen we naar binnen. Kadootje gereed in de van onze vrienden gekregen rugtas van Cars. Leuk voor hem en wij hebben onze vrienden een beetje bij ons.
Remberto rent ons te gemoed. Hij springt in mijn armen en strekt zijn armpjes uit naar mama. Mama, papa. Ons gezin is verenigd, we zoenen er oplos. Blij lopen we, uitgezwaaid door de andere kinderen en de tantes, het terrein af.
Nee dus. Zo hadden wij het natuurlijk graag gewild. Maar zo ging het niet.
Wij vinden Remberto in een klein kinderledikant. Op zijn buik met de rug naar ons toe. Ik benader hem omzichtig en streel hem over zijn hoofd. Daniëlle streelt zijn rug. VA, GA WEG, de boosheid zit diep. We verleiden hem met zijn kadootje, een grote auto. GA, WEG en haal dat rot autootje van me af.
Het is even slikken maar we hebben onszelf er wel op voorbereid. Hogar is zijn wereld. Op dat kleine stukje aarde heeft hij zijn huis, bed, vriendjes en de tantes. Hij weet waar hij aan toe is, hij kent iedereen en alles is bekend terrein. Ik heb Daniëlle verteld hoe ik deze situatie vroeger heb beleeft. Maar ik was veel ouder en kreeg veel meer tijd en ruimte.
Ik pak Remberto op uit bed. Ik voel dat hij een strijd voert. Hij wil niet, maar klampt zich ook niet verschrikkelijk stevig vast aan het bed. Ik houd hem tegen me aan. Remberto duwt me weg en begint hard te huilen. Even loop ik met hem, dicht tegen me aan, in mijn armen rond. Het is nog te vroeg om nu met Remberto naar buiten te lopen. Het kost me moeite hem los te laten, toch leg hem weer terug in het ledikant. Van alle kanten krijgen we hulp. Bedankt, maar het werkt averechts. Ik denk en zeg tegen Daan;”kunnen ze @&%$+* niet op &^(**”.
Als advies krijgen we om nu maar weg te gaan en na het eten terug te komen. Schoorvoetend gaan we er mee akkoord. We staan te wachten bij het hek van de uitgang. Ik bedenk me, het voelt niet goed. Als ik aan de achterkant terug loop zie ik Remberto op het bovenste deel van een stapelbed zitten. Ik besluit weer naar binnen te gaan.
Remberto en zijn kleine vriend staan me boven op het bed uit te dagen. Tong uit de mond kussens in de aanslag. Het draait uit op een kussengevecht. Eerst gooien we de kussens heen en weer. Dan volgt een man tegen twee mannen gevecht op bed. Ze zijn loei sterk maar ik hem mijn gewicht mee. Gillend kruipen ze onder me vandaan. Ik richt me op Remberto. Hij houdt de spijlen van het bed stevig vast. Ik trek hem langzaam naar me toe. No, pap paaah. Ik voel dat ik hem voor me gewonnen heb. Ik trek hem helemaal los en houd hem in mijn armen. Langzaam lopen we naar buiten. Papa, nog één keertje stoeien met mijn kleine vriend? Ik negeer hem en hang Remberto aan een deur stijl. Hij laat los, ik vang hem op, samen met mama lopen we verder naar buiten.
Gelukkig is de auto met laadbak van Patchi indrukwekkend. Ik stel voor in te stappen bij de bestuurdersplek. JAAAHH. Ik bedenk me en nestel ons samen voorin op de bijrijders plek. OK pap pah. Ik ben opgelucht als we wegrijden. De kleine man kijkt weer sprakeloos naar buiten.
In de hotel kamer geven wij elkaar een zoen. Ons ventje is bij ons. Remberto is dan allang weer op ontdekkingsreis door de kamer.

"Goodmurning professor", woensdag 19 januari 2011

We lopen de lange brede centrale hal van Hogar binnen. De vorige twee papa en mama’s hebben voor een enorme verbetering gezorgd. De muren hebben een vrolijke oranje en groene kleur gekregen. Wij zoeken Remberto, de troosteloosheid komt ons te gemoed. De ramen hadden glas of een hor. De deuren kon je ooit openen met een deurkruk. Soms doet een lamp het, meestal hangt alleen de bedrading er nog.
De kinderen kennen ons nu en verraden waar Remberto zich verstopt heeft. Wij begrijpen geen gebaren taal en blijven naarstig op zoek, Remmbeerrtooo, Remmbeerrtooo. Geritsel en ingehouden gelach verraadt de verstop plaats. Onder één van de stapelbedden langs de muur zie ik een paar beentjes. Ik loop het bed voorbij, wat harder gelach, ik draai me om en pak een been en duik onder het bed. De pislucht komt me te gemoed. De hele slaapzaal ruikt naar pis. Als ik Remberto onder het bed wegtrek heeft hij de grootste lol. Jullie hadden mij mooi niet gezien.
Daan zit op ons vaste bankje buiten bij de speeltuin. Remberto en Daniëlle hebben daar gisteren heerlijk geschommeld. Mama duwde hem steeds hoger. Van plezier begon de man te zingen. Hoger mama, hoger. Mama blijft duwen maar wil niet hoger. Niet alleen binnen is er veel aan herstel toe.
Klaar met schommelen verdwijnt Remberto naar de eetzaal. TV kijken en schooieren, je weet maar nooit. Niet alleen bij papa en mama heeft een schuin gehouden koppie en een lang gerekt, smekend, aaaahh, succes.
Wij willen de tv tijd benutten door het Spaans dat we ooit geleerd hebben een beetje op te frissen. Ver komen we niet. De meiden schuiven één voor één aan. Onze boeken worden bekeken. Als de eerste vraag wordt gesteld, zet ik de tv zachter. Remberto en zijn vriendjes grommen. De meiden spreken zo zacht dat ik het met mijn bouwvakkers oren niet versta. Ja, in Spanje spreken ze Spaans, Duitsland, Spaans? Nee Duits en in Paises Bajos? Nederlands. Gefascineerd door haar grote blauwe kijkers vragen ze aan Daniëlle hoe je oog in het Nederlands zegt.
Na het Spaans en Nederlands eindigen we in het Engels. Zelf vinden ze dat ze al een behoorlijk woordje Engels spreken. "Goodmurning professor". Als echter ‘hello’ al geen belletje doet rinkelen heb ik zo mijn twijfels. Wel zijn ze heel leergierig. Jammer dat ze zo weinig les krijgen.
Tijdens het oefenen van de Engelse woordjes komt Maria Rene langs met goed nieuws. Donderdag om 10:00 uur is de tweede audiëntie bij de rechter. Om een toestand als afgelopen vrijdag te voorkomen vragen we hoe het er voorstaat. Ons wordt verzekerd dat het honderd procent zeker is dat Remberto met ons mee mag naar het hotel. Wij juichen beschaafd. De meiden lachen.
's middags zijn we in de volle zon op het voetbal/basketbalplein belandt. Om de beurt duw ik een kind in een grote speelgoed auto naar de andere kant. Net hard genoeg om ze gillend van het beton in het gras te laten belanden. Als Remberto plaats moet maken voor een ander wordt hij narrig. Nu blijft hij echter niet meer boos op de grond liggen. Snel haalt hij de step/fiets. Gemaakt boos blijft hij om me heen cirkelen. Va en weer snel verder.
Aan het eind van de dag vertellen wij het goede nieuws aan Remberto. Boeien. Wij druipen af.

woensdag 19 januari 2011

Een ongedwongen dagje Hogar, dinsdag 18 januari 2011

Wij vullen onze ochtend in Hogar met de waslijnen. Door de warmte en het aantal kleine kinderen moet er elke dag veel gewassen worden. Ook in Bolivia wordt de was opgehangen. Niet alles is anders dan in Nederland. Wel verschilt het type waslijn. Een briljante geest heeft bedacht dat het een goed idee is om de waslijnen te maken van ….. Prikkeldraad. Uiteraard op hoofd hoogte op te hangen. Nou jeuken mijn handen al als ik zo iets zie. Maar als ik met mijn oor aan de waslijn bungel is het tijd voor actie.
Gistermorgen is Danielle op pad gegaan voor touw. Als je het niet nodig hebt ligt er touw in elke winkel.  Wil je er tig meter van hebben, is het nergens te vinden. Daan maakt een zwerftocht door Trinidad. Langs Plaza Fatima, ons hotel, Mercado Pompeya nergens touw. Op het centrale plein komt Danielle Maria Rene en Patchi tegen. Gelukkig weten zij een adresje.
Vandaag knopen we er op los tot we een wasrek van touw hebben gespannen. Gade geslagen door de wasvrouwen, geholpen door de kinderen. Remberto en zijn vriendjes helpen door met het touw weg te rennen, er aan te trekken en het touw uit de knoop te halen (ahum).  Maar zijn vooral druk met de gekleurde wasknijpers. In het haar, aan het oor, broek, T-shirt of gewoon allemaal aan elkaar. Zelfs het helpen met het ophangen van de was wordt leuk.
De vel gekleurde knijpers trekken ook de aandacht van de meiden. Natuurlijk is het praktisch, maar vooral als sieraard bewijzen ze hun  nut. Één waagt het er op en vraagt Danielle; “deze kleuren heel leuk bij mijn shirt, mag ik die hebben”. De andere meiden volgen en de helft van de knijpers gaat naar de meiden.
 ’s Middags speelt Danielle voetbal. Schieten, koppen en overspelen en met de tweeling meisjes overgooien.  Naar mij, naar mij. Als Remberto de bal niet kan pakken gaat hij aan de kant zitten mokken. De rest heeft zoveel plezier met mama dat het moeilijk is te blijven mokken. Zeker als papa bij hem komt zitten. Aqui, aqui, hier? Hij wijst op mijn schouders. Papa is een vliegtuig en we vliegen door de gang. Vrooeem naar links, vrooeem naar recht. Papa, papa aan de deur gang hangen! Ik hang hem met twee handen aan het deur kozijn. Als hij het niet meer volhoud valt hij naar beneden, Ik vang hem op. Otro ma(s), Hij houdt het steeds korter vol. En weer vliegtuigen we door de gang.
Remberto is heel goed in schooiere. De kokkinnen zijn een gerechtje aan het maken. Hij hoort het gestamp van een levens grote houten vijzelde(?) en gaat er op af. Een hapje, nog een hapje, nog een eentje voor de andere. Wij kijken hoe hij bezig is. 
De vrouwen en de meiden betrekken ons erbij. Eén voor één krijgen we de stamper in de hand gedrukt. Een tijdje stampen we het mengsel van banaan met gezout vlees. Op elk klaar gezet plastic bord wordt een kommetje van het gerecht gelegd. Wij krijgen ook maar zijn er niet weg van. Remberto krijgt er gelukkig geen genoeg van en samen met zijn vriendje eet hij ons bord leeg. Dan is plotseling iedereen weg. Pas bij de hoofd uitgang vinden we ze terug. Daar blijkt dat alle borden worden verkocht. Een bakje koffie met veel suiker  en een bordje eten voor 2,5 Bolivianos. Het is dan ook snel uitverkocht.
Als het avondeten nadert wil Remberto weer douchen. We lopen langs de wasbakken buiten en hup daar gaan de kleren uit. Niks douchen hij gaat in de gootsteen. Ik stop de stop erin en al vrijsnel zit de bak vol. Shampoo! Ik was zijn haar. Hij vouwt zich dubbel en spoelt het voorover af onder de kraan. Kop onder water en weer boven je hoofd hard heen en weer schudden. We lachen om de meiden die gillend langslopen. Zijn slipper is een krokodil. Graaah, bang trek ik mijn hand weg.
Voor we afscheid nemen kleden we hem aan.  Mama zoekt de kleren uit maar papa moet ze aandoen. De slimmerd wil alleen aankleden als er een snoepje tegen ovenstaat. Twee. Als we nee zeggen valt hij lachend achterover op bed. Va. Dan kleed ik me niet aan.
Vlak voor het eten zitten alle kleintjes buiten op een bankje. Er wordt veel en keihard gezongen en het is heel erg gezellig. Als iedereen aan tafel gaat nemen we weer afscheid met zoenen.




Procedure perikelen

Dinsdag 11 januari hebben wij de eerste audientie bij de rechter gehad en is Remberto aan ons toegewezen. Van onze bezoeken van dinsdag tot en met donderdag hebben de psycholoog en sociaal werkster (vijf minuten aanwezig geweest en één keer op weg naar buiten gedag gezegd) een rapport gemaakt. Deze rapporten hadden vrijdag of zaterdag bij de rechter ingeleverd moeten worden.
De rechter heeft diverse keren geinformeerd waar de rapporten bleven. Maar maandag waren ze er nog niet.
Maria Rene, onze Moskoviets, heeft de rechter maandag gevraagd Hogar per brief te manen de rapporten alsnog in te leveren. Dinsdag alsnog alles is ingeleverd, uiteraard wel pas op het einde van de dag. We wachten nu op de bevestiging van de afspraak voor de tweede audiëntie. Hopelijk mogen we donderdag a.s. weer langskomen.
Uiteraard willen wij ons ventje liever nu dan zo meteen bij ons hebben. We zijn echter pas zeven dagen in elkaars leven. Met uitzondering van het 'kleine' dipje van afgelopen vrijdag twee voor zes, gaat het gewoon heel erg voorspoedig. Wij maken nu Remberto wat langer mee in zijn eigen vertrouwde omgeving. En Remberto begint zich te realiseren dat wij er echt voor hem zijn. Wat het moeilijk maakt voor Remberto, en ons, is dat iedereen hem telkens vraagt; “mag je vandaag al met papa en mama mee naar het hotel?”. Op die momenten heeft Remberto het er zichtbaar moeilijk mee dat dit nog niet zo is. En dat doet ons dan weer pijn.

dinsdag 18 januari 2011

Papa dag, maandag 17 januari 2011

Remberto heeft les als we binnen komen. Juf stippelt rondjes in zijn schrift die Remberto dan netjes overtrekt. Onze komst verstoord zijn les. Hoewel wij alleen willen kijken, besluiten de tantes te stoppen met de les. “No, queiro”. Iedereen moet weg zodat wij met zijn drietjes overblijven. “No queiro, Ik wil het niet”, herhaald Remberto. Ook wij protesteren maar het lokaal loopt leeg. Remberto zoekt zijn plek onder de lessenaar weer op. Dit keer samen met zijn schrift. Korte tijd later stopt Daniëlle de restanten van het schrift in onze tas. Voor later.
Vandaag laten we hem maar eens gaan. Hij zit buiten mokkend onder het raam van het leslokaal. Als een tante zich weer met hem bemoeit. Verstopt zich onder een matras dat buiten ligt te luchten. Het valt Daniëlle op dat zijn; “ga weg” minder hard en boos klinkt als eerder. Meer een “va” als in “ga weg, maar niet te ver”.
Tijdens zijn middagslaapje lopen wij terug naar het hotel. Een wandeling van twintig minuten. We lopen langs een druk, Restaurant La Traditional. Bij een vrij tafeltje ploffen we neer. Wij vermoeden dat er Empanadas worden geserveerd. Twee graag. Met kip of vlees? Wij kiezen voor beide, met wat te drinken. We hebben goed gegokt en het smaakt naar meer, dus meer. Een tafel naast ons ligt er een pakketje in een blad gevouwen. Ik vraag wat het is maar wordt niets wijzer. Het is een beetje, het is wat het is en zo noem je dat ook. De Boliviaan uit New York (een stad in Amerika, red.) heeft ook geen flauw idee. Dat gaan we nog maar eens proberen.
 In Hogar lopen we langs de kleine man. Groeten hem door het raam en lopen door. Vrolijk komt hij achter ons aan gestept. Vlakbij ons steekt hij zijn tong uit naar papa. Boos ga ik hem achter na. Als ik hem te pakken heb krijgt hij op zijn falie. Hij schatert het uit. Papa? Behhh, weer de tong. Wacht maar jochie. Het is vandaag papa dag. Voor mama klinkt het; “Mama no”, gelukkig met een grote glimlach.
Remberto moet plassen. Samen rennen we naar het toilet. Eerst zich verstoppen achter de deur, “waar is Remberto nou?” dan plassen. Stralend; “ papa Kaka”. Als hij poept vraag ik om toilet papier. Het duurt ongeveer tien minuten tot er een rol gevonden is. Het mannetje zakt bijna tot aan zijn kin in de pot.
Uit een ton schept hij met een emmertje water om door te trekken. Hé, water. Eerst is het wat spelen. Dan gaan de kleren uit. Een halve Colafles fungeert als een douche. Samen halen we shampoo waarna ik hem was. Klaar, afdrogen. Meer, meer, meer, kijk maar shampoo in mijn haar, toch? Er gaat nog een ton met water over hem heen. Nu dan afdrogen? “No”. In het hokje ernaast zit nog een half werkende douche. Er volgt nog een compleet water ballet.
Uiteindelijk is het zover. In de slaapzaal droog ik hem af. Snoepje? Nee, eerst afdrogen en omkleden. Hoofd schuin, labrador ogen; “snoepje? “Twee?”. Na het laatste kledingstuk opent hij het papier van zijn eerste snoepje.
We nemen afscheid met zoenen. Wij willen Remberto zoenen, Remberto wil graag dat mama en papa zoenen. Iedereen blij als we afsluiten door alle drie tegelijk te zoenen. Remberto beantwoordt als laatste de handzoenen van mama.