Danielle wil wat rommelen in de kamer. De indeling van de kast en dergelijke moet nog wat meer op Remberto worden aangepast. Wij zijn de hal opgestuurd. Aan een tafeltje bouwt Remberto weer hoge torens met zijn lego. Als alle blokjes gestapeld zijn zet hij de toren op tafel. Hij straalt van de voorpret. Ik tel mee, één, twee, drie en met een klap stort de toren naar beneden.
Bij de trap staat Mario toe te kijken. Hij is vandaag met zijn moeder mee die in het hotel werkt. Ik stel de twee mannen aan elkaar voor. Remberto loopt naar onze kamer. Ik laat hem maar gaan. Het is misschien nog wat te vroeg voor onbekende vriendjes.
Remberto komt echter terug met zijn rode Cars rugzak vol met speelgoed. Ik geef Mario de kleurpotloden en een kleurboek. Hij gaat er ijverig mee aan de slag. Remberto is bij de trap aan het spelen. Met een vaart rijdt hij zijn autootjes naar beneden. Daar spatten ze uit elkaar. Mario ziet daar ook wel de humor van in en doet gezellig mee. Tja.
Bij het zwembad zit ik zit te Skypen met mijn ouders, Ans en Frank. Ik zie twee verzopen mensen op mijn scherm verschijnen. Blijkbaar is het ook regenseizoen in Nieuw Zeeland. Daniëlle zit met Remberto bij de rand van het zwembad. Paps en mams maken het live mee. Oohh, aahh, kijk, kijk, kijk. Remberto maakt er een showtje van. Ik maak een eind aan het gesprek en haal twee zwembroeken, ook een voor Mario.
Als avondeten delen we gezellig één pizza Hawaï. Remberto is er niet van onder de indruk. Met moeite gaan er een paar stukken naar binnen. Bij alles dat op groente of fruit lijkt trekt hij een vies gezicht. Pruil lip; “Mama, no queiro”. Wij eten niet veel meer. De magen zijn van streek. Er blijven dan ook nog enkele stukken liggen.
Na het eten splitsen we op. Daan gaat pinnen. Wij lopen naar de sporthal. Remberto kijkt naar mij. Mama? Mama komt zo. Als papa het zegt. We komen langs ons hotel. Ik loop bewust voorlangs over straat zodat Remberto het niet opmerkt. Ho, papa. Met een rukje staan we stil. Remberto wijst. Nee man, we gaan eerst naar de sporthal.
Uit een zaal vol met steppende vrouwen komt harde muziek. Remberto gaat voor de open deur staan. Zijn hoofd tussen de spijlen geklemd kijkt hij bewegingloos toe. Ik wil verder en tik op zijn schouder, Vamos. Hij knikt en grijpt mijn hand.
In de hal lopen we achter het doel langs naar het midden van de langezijde. We nemen halverwege op de betonnen tribune plaats. Zwijgend kijkt hij naar de vrouwen die voetballen. Al snel zie ik een man voor ons slaande bewegingen maken. Muggen. Ook wij worden aangevallen. Omdat we twijfelen over de soort muggen, smeren we hem. Voor mama is het dan al te laat. Zij is al minstens vier keer gestoken.
Het is tijd om naar bed te gaan. Remberto staat op zijn plastic krukje bij de wasbak. Eerst wat tandpasta op zijn wijsvinger. Dan poets hij uitgebreid zijn tanden. Goed met water spoelen en krachtig uitspugen.
Zeep, kam, tandpasta van mama, voor hij klaar is pakt hij eerst nog alles wat voor hem staat in zijn handen. Dan loopt hij de kamer in. Hij zoekt zelf een pyjama uit. Het doet ons goed dat hij zich wilt omkleden.
Voor ik ga slapen laat ik hem nog een paar keer plassen. Ik til hem uit bed, zet hem voor de pot en breng hem weer terug. Doe ik dat voor hem of omdat ik het zo leuk vind?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten