maandag 28 februari 2011

Adios Trinidad, Hola Santa Cruz, woensdag 23 februari 2011.

“Remberto, wat is er?” Daniëlle, is wakker geworden. Remberto staat aan haar voeteneind, huilt maar antwoord niet. “Kom maar bij mama liggen.” Remberto kruipt over mama heen en gaat dicht tegen haar aan liggen.
Remberto is huilend in de douche gaan zitten. In zichzelf gekeerd, onbereikbaar voor ons, zit hij in een hoekje. Heeft hij pijn? Kiespijn? Of is hij bang dat wij hem achter laten nu we naar Santa Cruz gaan? Het is pas half zes, ik wil hem daar niet laten zitten tot de wekker gaat. En bij hem in de douche gaan zitten? Ik til hem op, hij drukt zich dicht tegen me aan. Kom dan leg ik je tussen ons in, slaap nog maar wat. Remberto en mama vallen weer in slaap, papa opent de eerste email.

Er rinkelen geen bellen of toeters wanneer ik samen met Remberto door de detectiepoort loop. Ik doe mijn riem weer om, pak de tassen van de rollerbaan en loop door. Op één van de stoeltjes in de wachtruimte leg ik onze spullen. “Meneer, u meneer” ik realiseer me dat ze mij roepen. Twee politie mannen staan achter een balie naar mij te gebaren. Vragend kijk ik ze aan? Wat is de bedoeling? Ik besef heel goed dat het ze niet om mijn tassen gaat. Hoort hij bij u, wijst er een naar Remberto. Ja, knik ik. “ID, paspoorten graag” Ik weet dat alles goed geregeld is. Toch voel ik me ongemakkelijk. “In de tas zit de permisio de viaje” zegt Daniëlle wanneer ze ook door de detectiepoort komt.
De mannen bestuderen de papieren uitgebreid. “Is hij jullie zoon?  vragen ze voor de zekerheid nog eens. “Zeker, Remberto, is onze zoon ” bevestigen we trots. Er wordt nog even druk gebladerd. Alstublieft, het is in order. Toch wel opgelucht pakken we de papieren en ID van Remberto weer aan.
 “Dag Remberto, tot ziens”  klinkt het tot mijn verbazing wanneer we ons aansluiten in de rij voor de gate. Beide politiemannen staan Remberto vrolijk uit te zwaaien.
Van dichtbij is het vliegtuig nog veeeel groter, is Remberto onder de indruk. Met papa dichtbij zich in de buurt valt het wel mee hoe spannend het is.

Bikkel

Zich door het nauwe gangpad wurmend houdt hij zijn eigen rugzak voor zich. Hier ga ik zitten, maakt hij aanstalten zich op een lege plek te nestelen. “Kinderen mogen niet bij de nooduitgang zitten”stuurt een steward hem weg. Bij twee lege plekken achter elkaar gaan we zitten. Papa voor, Remberto erachter. Mama wordt naar het achterste bankje gedirigeerd. Er is daar nog ruimte zat. Tot er nog een mama met een jong kindje plaatst neemt. Remberto kijkt met een gespannen koppie naar buiten. We gaan steeds sneller en komen los van de grond. Remberto zit naast papa aan de andere kant van het gangpad. Papa heeft aan een mevrouw gevraagd of zij met Remberto van plaats wilt ruilen. Gelukkig is dat het geval.

Stoere Mannen

Tot we de daling weer inzetten is het een rustige vlucht. Remberto is in slaap gedommeld maar schrikt nu weer wakker. Het vliegtuig schokt. Stilletjes staart Remberto voor zich uit. “Gaat het goed”, vraag ik. Ja, knikt Remberto. “Of wil je bij papa zitten, op schoot zitten?” Graag, geeft hij aan en slaat zijn armen stevig om me heen.
Op de grond maken we een paar foto’s bij het vliegtuig. “Nog een keertje?” vraag ik als we naar de bagage rekken van het vliegveld lopen. Neeee, lacht Remberto opgelucht.
Mama is ook blij dat we er al zijn. Eindelijk kan ze haar knieën weer strekken. Bovendien heeft het kind naast zich de hele reis keihard gekrijst. Tja, we zijn niet allemaal een bikkel.    
De taxichauffeur weet wel ongeveer naar welk hotel we willen. Wanneer we de oprit oprijden zegt hij ”caro hotel, duur hotel”, en verdubbelt de prijs voor de taxirit.




zondag 27 februari 2011

Permisio de viaje, dinsdag 22 februari 2011

”Hebben jullie nog met de directrice gesproken toen jullie de kleding voor Hogar brachten?" "Ja, kort” bevestigen we. “Heeft zij jullie toen over het keukenblad verteld?” “Nee” beantwoorden we kort.
O ja, of jullie die ook nog even willen vervangen.
Offerte maken
Ik laat de taxi stoppen waar we zo vaak zijn afgezet. Maria Rene is er al. Wanneer haar aannemer er is lopen we naar de keuken van Hogar. Daar word we hartelijk begroet door de keukenbrigade en de kinderen.
Ik laat het druk heen en weer gepraat lekker langs me heen gaan. Pas als de aannemer de offerte klaar heeft bemoei ik me er weer mee. “En misschien twee gootstenen” opper ik. We nemen de offerte samen verder door. Ik vind het te duur, hij te goedkoop. Wanneer ik tevreden ben leg ik het geld op tafel, hand erop, wegwezen terug naar het hotel.
Nee dus. Zo werkt het hier niet. Het materiaal wordt in twee delen gesplitst. Het deel dat de aannemer haalt, betaal ik vooruit. De rest van het materiaal regelt de opdrachtgever. Het salaris voor de aannemer geef ik af aan Hogar, voor als hij klaar is. “Zo is alles dus goed geregeld” vraag ik hoopvol. “Jullie regelen de rest” en wij krijgen nog foto’s opgestuurd ook? “Prachtig, vamos.”

Net zoals papa

Ja, vamos. Maar niet naar het hotel. Ik vind mezelf terug achterop een motortaxi. Een stalenblad met twee gootstenen in mijn hand. We hebben tegels uitgezocht, het cement afgeleverd. In twee uur zijn we Trinidad van hot naar her doorkruist, alleen nog het blad afleveren. Terug in het hotel laat Remberto vol trots de hangmat zien die hij samen met mama, voor op Bakkum, heeft gekocht.
“Het is nog niet te laat”, had Inés gezegd, in het kantoor van de rechter, bij de vierde audiëntie. Niet echt onder de indruk van ons cadeau aan de rechter.
Wij hebben veel aan deze rechter te danken. Niet alleen heeft hij het proces lekker vlot afgehandeld, Remberto past, dat vooral, echt goed bij ons.
Even tussendoor: het is de derde audiëntie, de rechter vraagt weer of wij nog wat te vertellen hebben. Inés dringt aan het vooral maar in het Engels te doen. Tot ieders verbazing wil ik het in het Spaans doen. Het zijn uiteraard allemaal lovende woorden. Iedereen zit vertedert, glimlachend toe te kijken. Totdat ik vertel dat Remberto een eigenwijs, arrogant jongen is. Ik zie iedereen een beetje verschrikt opkijken. Als ik vervolg dat wij dat ook zijn, zakken ze opgelucht terug in hun stoel.
Wij hebben geen afspraak, maar met behulp van Maria Rene kunnen we er even tussen door. “Nogmaals bedankt, en Remberto heeft nog een cadeau voor u.” Remberto geeft de rechter een hand en een prachtig origineel tenue, van Ajax uiteraard. Samen met de foto van Papa en Remberto in het Ajax shirt. “Ha, het is een heel tenue”, is de rechter oprecht blij met ons cadeau.
“Alsjeblieft, Remberto’s ID bewijs” overhandigt Maria Rene ons een stukje plastic ter grote van een creditcard. Remberto bekijkt zijn Boliviaans ID. “Dat ben ik” wijst hij naar zijn foto. Remberto Daniel Engelsma de Boorder, zoals hij nog in Bolivia heet.
Samen met Pachi zitten we rustig te wachten. Maria Rene is bezig met de permiso de viaje voor Remberto. Meer dan opdraven om vier documenten te ondertekenen hoeven we niet te doen. Gelukkig lijkt de wachtruimte in niets op die van de Transito. Er zijn rijen met, American Aid, stoelen, airco en zelfs een tv. Toch zijn we blij als we buiten staan en van Maria Rene de permiso de viaje voor Remberto overhandigd krijgen.
Met zoenen vieren we het afronden van de papierwinkel in Trinidad. “Ga, ga snel de tickets voor morgen naar Santa Cruz halen.” “Bel me als jullie er zijn”.
We bedanken Maria Rene en Pachi nogmaals en haasten ons naar het kantoor van Aerocon.

vrijdag 25 februari 2011

Gáán Maria Rene gáán, maandag 21 februari 2011

 “ Heeft u Familia inkelsma gezien” hoor ik vragen en kijk op. “Hoi, Maria Rene”ben ik verheugd haar te zien. Maria Rene heeft amper tijd ons te begroeten. Opschieten, opschieten we moeten naar het kantoor voor de geboorteakte van Remberto.


Geboorte register
 
 Alleen ’s morgens kan het hele proces in gang gezet worden en het is nu al bijna half elf. Pachi heeft bij het kantoor van de geboorteakte gewerkt en gebruikt zijn relaties. “Sorry, mag er even bij?” duwt hij de man vooraan de rij opzij. Zijn hoofd verdwijnt door het loket. Even later gaat er een ander loket open, Maria Rene en Pachi regelen dat we direct aan de beurt zijn. We tekenen weer een aantal formulieren, nog even Remberto aan het personeel laten zien, “ja, het is een geweldig kereltje, dank u” en op naar het kantoor voor de Transito.
 
Geboorte Akte

In een ruimte staan een aantal tafels met daarop een computer en daar achter een belangrijk uniform. Dit is het territorium van de politie. We staan in de eerste rij. Het gaat langzaam maar we komen aan de beurt. Het gesprek tussen Maria Rene en de officier gaat niet zo soepel. Maria Rene pakt de papieren uit de handen van het uniform en loopt naar het kantoor van de directeur. Een duw hier, een ‘sorry’ daar later wurmt ze zich naar binnen. De directeur moet een stempel zetten dat de procedure mag starten, legt Pachi uit.
Subtiel legt ze het formulier weer boven op de stapel van de man die ons wegstuurde. Het is ons volstrekt onduidelijk wat er gaat gebeuren en in welke volgorde. “Dat weten de uniformen hier ook niet, legt Pachi ons uit. Er is een nieuwe directeur van Transito en die heeft alles weer verandert.

Niet met je vingers

We worden uit de rij geplukt en naar het hok voor een foto en vinger afdrukken gestuurd. Eindelijk aan de beurt worden we net zo vrolijk weer weggestuurd. “Er ontbreken stempels, zonder stempels kunnen wij geen foto maken.” We sluiten weer aan bij de rij waar wij uit moesten. “Ga maar zitten, ik let wel op of we aan de beurt zijn” wijst Maria Rene naar een paar lege plekjes op een bankje.
Maria Rene spreekt iedereen, in politie uniform, aan. Stormt het kantoor van de directeur weer binnen en probeert alles om het sneller te laten verlopen. “Kom, kom, kom, we zijn aan de beurt” roept ze ons. Wij doen braaf wat er gevraagd wordt en gaan weer zitten. Wachten.
“U moet om half drie weer terug komen” boort een uniform Maria Rene’s hoop, het voor de middag pauze af te ronden, de grond in.

Pasfoto ID Bolivia

We zijn er om half drie maar moeten nog even wachten op Maria Rene. Voor het Transito staat een tafeltje van een verkoopster van telefoonkaarten. Remberto zit op de hoge kruk. “Bestelt u maar, koffie, water?” “Cinco Bolivianos, por favor” zijn we weer in café Remberto. “Heeft u ook telefoonkaarten?” vraagt een man twijfelend aan Remberto. Remberto weet de boel leuk te verkopen, maar is hij niet wat jong meneer? Wij moeten lachen, waarop de man afdruipt. “Mag ik weer, ik moet hier werken” maakt de echte verkoopster een einde aan café Remberto.
We moeten weer wachten, snel handelen als we een stapje kunnen zetten, en weer wachten. Het enige verschil met vanmorgen is dat we ons laptopje hebben gehaald waarop Remberto een Disney film kijkt.
“Klaar” zegt Maria Rene, opgelucht dat het erop zit. Morgen om drie uur kunnen we het Transito bewijs op halen.
Voor we gaan slapen sturen we Maria Rene en Pachi een email. Onze waardering en bewondering (vooral voor Maria Rene) voor wat er vandaag voor elkaar is gekregen.
Zeg Daan, hoorde ik Maria Rene nou zeggen dat we morgen al naar Santa Cruz kunnen?

donderdag 24 februari 2011

Papa pesten

 “Papa wacht even” Remberto laat mijn hand los en gaat een stukje verderop voor me staan. Hij Bukt wat naar voren, tilt zijn rechter knie een beetje op en steekt zijn kont naar achteren. “Papa” roept hij hard en slaat met zijn vlakke hand op zijn omhoog gestoken bil. Joelend rent hij weg, nehnehnenehhe.
Diep beledigd ren ik achter mijn joelende zoon aan. Ik krijg hem te pakken en ken geen genade. Nog een keer, papa nog een keertje.  
Remberto is onrustig in zijn slaap. Als hij zich omdraait horen we “gato, gato”. Hij droomt van de kat die hij vandaag heeft geaaid.
Voor ik ga slapen laat ik Remberto nog een keer naar de wc gaan. Ik informeer nog naar de gato maar hij is te ver weg om te reageren.
Wiegend op de wc zittend vraagt hij; “papa?”. “Ja” antwoord ik benieuwd. Nehnehnehhe. 

Ster restaurant, zondag 20 februari 2011

Chica
Daniëlle en Remberto moeten nog aanschuiven, dus zit ik nog even alleen aan de ontbijttafel. Hector, ziet me zitten en vraagt wat het wordt voor vanmorgen. “Wij willen graag geroosterd brood, heet water voor de thee, koude melk en jam” bestel ik een beetje hetzelfde als elke morgen.
“Alstublieft meneer” Hector zet de kan met theewater, warme melk, één glas naranja, en een schoteltje met twee geroosterde broodjes neer. “Verder nog iets?” Ja sukkel, denk ik. We logeren nu al veertig dagen in dit hotel. Elke dag ontbijten we met ons drieën, wat denk jezelf?
“Ja graag, koude melk, jam (voor Remberto meld ik er bij), nog wat geroosterd brood voor de andere en misschien ook naranja voor hen?” antwoord ik vriendelijk. Om borden om van te eten vraag ik al niet meer, we hebben immers al de schoteltjes van onze theekopjes. O ja, Remberto en uw vrouw nou weet ik het weer, ziet Hector het licht.
Tja, ik ben hotel Jacaranda Suite een beetje zat. Trouwens, ik ben heel Trinidad zat.
Het is rust bij Ajax – VVV. We willen even bij een ander hotel met zwembad gaan kijken. En voor na Ajax hebben we een skype afspraak met Monique, Jan en de grote neef van Remberto, Nick.
Normaal zwemwater, denk ik vergenoegd. We mogen een paar kamers van het hotel zien. Echt overtuigen doet het ons niet. Nadat we het hotel hebben bekeken hebben we nog tijd over. “Via die kant terug lopen?” wijst Daniëlle richting ‘weg van ons hotel’. Remberto is al op weg, dusss.
Achter een hoge muur zien we nog net de punten van rietendaken. Nieuwsgierig lopen we het terrein op. Er komen twee stevige mannen aangelopen. “Kunnen we u helpen? ” vraagt de een. “Is dit een restaurant of privé terrein” dekken we ons in tegen het zomaar binnen lopen. “Het is inderdaad een restaurant, vanmiddag hebben we live muziek” antwoord de ander uitnodigend.
Met de belofte vanmiddag terug te komen, draaien we ons opgelucht om. Een vrouw loopt ons achterna “Jullie kunnen beter reserveren, het wordt druk vandaag”zegt ze. Tuurlijk, denk ik, druk in Trinidad. Ze toon een lijst. Er staan werkelijk heel wat namen genoteerd. Dit zijn allemaal reserveringen laat ze trots zien.
“Zet ons er maar bij dan” zegt Daan zonder onze namen te noemen. Maar dan moeten we nu wel opschieten voor het skypen, richt ze zich tot mij. Voor ik met haar mee loop richt ik me tot de vrouw; “Sorry mag ik even zien onder welke naam je ons op de lijst hebt gezet” ben ik benieuwd. “Gringos?” Echt niet, streep ik gringos door. Pais Bajos noteer ik vrijblijvend.
Het is leuk om even met Jan en neef Nick te spreken. “Voetballen?” vraagt Remberto. Daniëlle skypt nog even verder, terwijl Remberto en Papa zich voor de camera uitsloven met de bal.
Het ziet er in ieder geval lekker uit, constateren we als we het terrein van het restaurant oplopen. Een stroom afhalers met bakken vol eten verlaat het terrein. We hoeven niets te bestellen. Na het bord met tomaat / ui salade wordt er een bord met een enorm stuk biefstuk neergezet. Ik kijk om me heen maar het is echt voor ons alleen.
“Mals vlees, perfect bereid, lekkerder vlees heb ik toch niet vaak gegeten” concludeert mama.
 Ster of niet, restaurant El Pacumuto Trinidad is de moeite van het omrijden waard.



Café / bioscoop Remberto, zaterdag 19 februari 2011

“Cappuccino frio, sí” herhaalt Remberto enthousiast. Wij hebben wel behoefte aan een lekker bakkie koffie en Remberto is dol op koude cappuccino met ijs en chocola. De koffieman vertelde trots dat hij, volgens hem, het enige koffiehuis in Trinidad is met een Espresso apparaat. Voldoende reden om weer langs te gaan.
“Cerrado” hangt er achter het hek voor een dichte deur. “Doe maar niet” pluk ik aapie, al bijna halverwege, uit het hek. “Laten we dan bij een Braziliaans restaurant gaan eten” oppert mama plan B. Het buffet van Brasileirhino staat een beetje verstopt op het binnenplaatsje. Maar lekker hoor, er liggen groentes, salades, lasagne en nog veel meer eten dat afwijkt van de standaard pollo. “Waarom zijn we hier nog niet eerder gaan eten?”verwijt mama papa voor de grap. Ik wijs naar Remberto als de schuldige. “Foei, foei papa” kiest hij, met een opgeheven vingertje, snel partij voor mama.
“Laten we naar de film gaan ”stellen we Remberto voor, omdat het toch nog steeds regent. Hij hangt wat op zijn bed. De laatste dagen kwakkelt hij een heel klein beetje. "Ja leuk" antwoord hij voor dat hij in slaap valt. Hij slaapt nog steeds als we eigenlijk al weg moeten.
“Zullen we eerst even checken of de bioscoop wel open is?”stel ik voor. Ik ren naar de bioscoop. Is het open dan ren ik terug naar de hoek en sein met mijn armen omhoog; maak Remberto maar wakker het is open. Helaas is de bioscoop alleen op zondag en dinsdag open. Op de hoek sein ik met mijn armen naar beneden; laat maar slapen het is dicht.
De elektra valt weer eens uit. Remberto is wakker en pakt enthousiast zijn lichtje. Druk begint hij heen en weer te lopen. De deur gaat open en weer dicht. “Mama meekomen, ik heb een café op de gang.”
Mama, bestelt koffie, bier, water en mojito’s. “Papa wil jij ook komen?”vraagt hij aan mij, wanneer hij de bestelling van mama op onze kamer komt ophalen. “Cinco dineros mevrouw” moet mama afrekenen.”Tien bier, twee aqua, vino blanco, en acht mojito’s” ga ik ruim over de bestelling van mama heen. “Alstublieft, cinco dinero’s meneer” reken ik af.
Het is pik donker op de gang, ik heb mij computertje meegenomen naar café Remberto. We draaien Peter Pan in onze thuis bioscoop. De stukjes kaas en olijven van mama, de wijn en limonade zorgen voor een echt feestje.

Gelukkig gaat het licht pas weer aan wanneer de film bijna afgelopen is.

nog meer kaas





woensdag 23 februari 2011

Mama redt ons, zaterdag 19 februari 2011

Het is zwem weer en het zwembadwater ziet er blauw uit. Er zitten nog wel allemaal beestjes en troep in het water, deelt Remberto ons mee. Wij hebben crisis overleg aan de ontbijttafel. Het is alweer tien dagen geleden dat we bij de rechter waren en er gebeurt niets meer. De afspraak dat Maria Rene deze week weer naar Trinidad zou komen is verschoven naar maandag. Dat irriteert me nogal, maar vooral het vooruitzicht dat we daarna nog wel twee weken in Trinidad zitten benauwd me. Gelukkig kan ik mijn frustraties goed verbergen, toch mama?
Remberto komt met onze ramenwasser voor de badkamer aangelopen. “Ik ga het zwembad schoonmaken” zegt hij als hij langs de ontbijttafel loopt. Het geeft ons even de mogelijkheid een paar telefoontjes naar ons begeleidingsteam te plegen.

“Como papa” zingt Remberto de trap aflopend. Hij levert de kamersleutel in. “Como papa” zegt hij tegen de verbaasde receptioniste. Buiten bij de pilaar zet ik mijn voet op de sokkel. Ik moet mijn veters nog vastmaken. Remberto gaat naast me staan met zijn voet naast die van mijn.” Como papa, hé papa.” Net als papa moet hij zijn klittenband van zijn schoenen nog vastmaken.       
O oooh, het begint te druppelen. De zon schijnt nog heerlijk, maar de ervaring leert ons dat het weer nu snel kan omslaan. De buurt waar lopen ligt een beetje aan de rand van Trinidad. Er zijn vooral alleenstaande woningen achter hoge schuttingen. Daardoor zien we weinig schuil mogelijkheden. Een stukje verder in de straat houden kinderen een waterballonnen gevecht. Daar vlakbij is er een krakkemikkig afdakje waar we voor kiezen. We staan geamuseerd te kijken, terwijl het druppelen overgaat in een stortbui. Al snel stromen de goten over en vormen zich nieuwe stromingen over de straat.
Taxi roepen we naar de taxi’s die langs komen. Ze rijden bijna over onze tenen maar zien ons niet. De ruitenwissers zijn er dan ook al lang geleden afgevallen. De chauffeurs richten hun blik nu vooral strak voor zich uit op de weg.
We besluiten aan de overkant te gaan staan, op de oprit van een villa. De meiden die er wonen blijven in de regen staan. Toch al nat van het watergevecht met de buurjongens van de overkant.
We gaan een praatje met de meiden aan. Ook de moeders komen nog even poshoogte nemen. Ons hengelen naar een uitnodiging om even binnen te komen heeft jammer genoeg geen resultaat. Daniëlle besluit dan maar bij elke auto om een lift te vragen. Helaas staan we in een goede buurt, alleen een auto, type kost wat, houdt even in maar rijdt toch door.
Wat gaan we doen? Blijven we wachten tot het droog wordt, wat zomaar een paar uur kan duren of lopen we terug. We besluiten in ieder geval niet te gaan lopen, zelfs wadend door een zwembad zouden we nog droger blijven.
“Het is dezelfde auto” zegt Daan. Ik kijk naar de bestuurder die zit te bellen en zijn auto. Het zal wel denk ik. Het raampje aan de bestuurders kant zoeft open, “taxi?” vraagt de man vriendelijk. “Ik zag het aan je vinger” vervolgt hij.
Dankbaar laten we ons voor het hotel afzetten.

Música, vrijdag 18 februari 2011

“Papa, laten we even naar de instrumenten kijken” trekt hij steeds aan mijn hand als we langs het kroegje met de instrumenten lopen.
Jammer genoeg zijn we er vroeger dan we hoopte. Het duurt nog wel een half uur voor de band begint. Maar we waren klaar met eten van de kipnuggets dus “vamos”.
We hebben Remberto laat in de middag laten geslapen, ”want anders geen música”, hé papa? Huilend komt hij overeind en gaat rechtop in bed zitten. ”Papa, mama?” controleert hij. Het bezoek aan Hogar houdt hem in zijn slaap bezig. Ik probeer hem te troosten, maar er volgt geen enkele reactie. Ik til hem op en houd hem tegen me aan. Remberto slaat zijn armen en beentjes stevig om me heen en stopt met huilen. Langzaam valt hij weer in slaap. Voorzichtig leg ik hem weer in zijn bed.
Het helpt maar kort.
We hebben een Skype afspraak met Hans en Loes. Om het ventje niet wakker te maken gaat Daniëlle op de gang zitten. Remberto komt abrupt overeind. “Naar mama” zegt hij. De gang fungeert als klankkast, zodat wij haar luid en duidelijk horen. Ik probeer Remberto weer te laten slapen. Maar ook als Daniëlle beneden bij het zwembad gaat zitten, hoort Remberto haar. “Papa, Ik wil naar mama en jij moet mee” smeekt hij.
Remberto probeert zijn gaap achter zijn mouw te verbergen. “Gaat het of wil je slapen” vraag ik hoewel ik het antwoord wel weet. Hij is best moe maar wijst naar de instrumenten.
Gelukkig begint de band niet al te veel te laat. Gebiologeerd staart hij naar de jongens. “Waar komt u vandaan” vraagt de zanger van de band aan ons. Dit spelen we speciaal voor onze gasten uit Pais Bajos. Er klinkt een bescheidde applausje als de band een vrolijk liedje (gok ik) inzet.
Zijn oogjes worden steeds kleiner. Het is zijn laatste liedje van vandaag.

dinsdag 22 februari 2011

“NO TIA, ES MI MAMA”, vrijdag 18 februari 2011

De taxi stopt op het hoekje waar we zo vaak zijn afgezet. De secretaresse ontvangt ons vriendelijk. “Nee”, de directrice is niet aanwezig. Misschien willen jullie een kwartiertje wachten? “Nee”, dat willen we niet.
Via het sportpleintje lopen we naar het gedeelte waar Remberto woonde. Ongeveer in het midden van het plein staan een aantal tia’s omringd met kinderen. Remberto is stil en knijpt in mijn hand. “Remmmberrtooo”, rennen een paar kinderen naar ons toe. Hij wordt bij de hand genomen. Een tia geeft hem een knuffel en vraagt of hij nog blij is met zijn ouders. Ja, knikt hij verlegen.
We groeten alle bekenden, schudden handen en praten wat. De tassen met kleding wegen nogal wat dus ik overleg met Daniëlle aan wie we die gaan afgeven. Gelukkig komt opper tia van kantoor aangelopen. Haar geven we de kleding. De kinderen die ons enthousiast onthalen ontfermen zich nog enthousiaster over het speelgoed. Remberto is stil maar toch ook op bekend terrein.
“Nee, één keer draaien. En als het fout is mag ik” legt Nacho uit. Pardon? Blijkbaar is het dus blijven hangen hoe je Lotto moet spelen. Remberto schuift zijn stoeltje aan. Luca gebied hij waar zijn vriendje moet gaan zitten. “Tia, tia” wordt Daniëlle geroepen. “No, geen tia, dat is mijn mama”, roept Remberto hard.
“Remberto, we gaan even naar de directrice en komen dan weer terug”. Prima, knikt Remberto bijna onverschillig. We lopen via de speeltuin langs de eetzaal. Remberto staat voor het raam naar ons te kijken. We zwaaien en gerustgesteld draait hij zich om en gaat verder met spelen.
“Het gaat heel erg goed met Remberto” beginnen we. We ontvangen de felicitaties en gelukwensen en overhandigen haar een foto. Deze foto hebben we genomen op de dag dat we naar de rechter gingen, vertellen we. Er vallen stiltes en niemand weet raad met de situatie. “Heel erg bedankt en tot ziens, we willen weer snel naar Remberto” nemen we afscheid van de directrice.
Het weerzien met de meiden van Hogar doet ons meer goed. Daniëlle wilde de meiden heel graag sieraden geven. “Uh, voor ons? “ vragen ze verbaasd. De armbanden worden voorzichtig betast. Zowel wij als de meiden weten niet goed wat nu te doen. Ik zie ze twijfelen. Moeten we die mensen nu in de armen springen? Het worden verlegen handjes.
Remberto is nog aan het spelen als we afscheid moeten nemen. We geven iedereen een hand. Leo in zijn rolstoel, Nacho en zijn zusje, Luca en de tweeling Carola en Carolina, een paar tia’s krijgen een knuffel.
“Papa mano” zoekt Remberto bij mij. Zijn grip wordt steeds steviger als we richting de uitgang lopen.

Rommelen, donderdag 17 februari 2011

Op bed liggen de kleren netjes uitgestald. Meisje, mompelt Remberto en legt het shirt bij de meisjes afdeling. Hij kijkt naar zijn uitstalling. Het bed ligt steeds voller waardoor hij steeds minder ruimte voor zichzelf krijgt. “Papa, vraagt hij mijn aandacht. Ik bekijk het tafereeltje al een tijdje maar hij is zo druk dat hij dat niet in de gaten heeft. Remberto houdt nog een tas omhoog. “Mag ik deze ook uitpakken?” “Van mij wel”, antwoord ik. Als alles bijna is uitgepakt bedenk ik me dat Daniëlle alles al op volgorde had gelegd. 
 “Dat is dezelfde maat, mevrouw” zegt de verkoopster. Volgens de vrouw heeft een kind van vijf dezelfde maat als een kind van zeven. “Nee joh”, antwoord Daan, de kleding vriendelijk teruggevend. De vrouw wil haar spulletjes kwijt en probeert het nog eens. “Nee dank u vriendelijk, ik houd het bij deze kleding” houdt ook Daniëlle stug vol. De vrouw begint te rekenen, subtiel  wordt er een strafbonus uitgedeeld. 
Moe van het rond struinen komt mama met nog meer kleding en schoenen binnen. Vertedert kijkt ze hoe Remberto aan het rommelen is. Gelukkig, daar komt papa weer goed mee weg.
Ik schenk Daniëlle een drankje in. “Zwembad” verstoort Remberto de hoop op een rustig momentje voor mama.  

maandag 21 februari 2011

Toda vida, woensdag 16 februari 2011

“Papa je moet tussen de hekjes doorlopen, daar is de ingang” wordt ik voor mijn overmoedig gedrag gecorrigeerd. “Sorry” antwoord ik, nadat in mijn haast over het vijftien centimeter hoge hekje ben gestapt. Op het pleintje staan verschillende dieren van beton. Wij staan bij een sabeltandtijger. Til mij er maar op papa, wordt mij met een paar klopjes op de rug van het beest duidelijk gemaakt.
We maken foto’s. Papa en Remberto op een beest, nog een keer papa en Remberto op een beest, nog een keer en nog een keer. Ok, mama mag ook met Remberto op de foto. Mama? Mama moeten we bij de stalletjes met sieraden weghalen. Eerst op de foto mama en dan pas ‘comprar, comprar, kopen, kopen, kopen’.
We wandelen wat rond omdat we nog even moeten wachten tot de chemicaliën in het zwembad zijn uitgewerkt. Eindelijk is het zwembad schoongemaakt. ”Piscina azul, papa kijk het water is blauw” klinkt het al de hele ochtend verheugd.
“No ojos rojos”, zegt de kleine man triomfantelijk zijn zwembrilletje afzettend. “No aqua” voegt hij er blij aan toe, omdat er geen water in zijn brilletje is gekomen.
Met een “Toda vida” zijn we,‘een, twee, drie springen’, het water in gesprongen. “Zwemmen” zeg ik en laat hem los. Remberto doet zijn hoofd onder water en trappelt weg. Even nog een keertje adem halen en hij is bij de kant.
 Het is een heerlijke warme dag. We mogen zelfs even van Remberto op een ligbedje van de zon genieten. Net lang genoeg om spijt te krijgen dat ik de mee genomen insmeerspullen niet heb gebruikt.
Kom papa we gaan weer het zwembad in, wordt ik weer in beweging gebracht. Ik sta op en Remberto staat direct voor me te springen. Zwembandjes om, brilletje op, klaar voor het aftellen.“Een, twee, drie, springen?” vraag ik onschuldig. Remberto springt al omhoog. “Ja” antwoordt hij enthousiast. Met Remberto op mijn arm loop ik naar de rand van het zwembad. Eerst samen en dan hand in hand het zwembad in springen, verteld hij alvast het programma.
Hij telt af in het Nederlands en bij ‘springen’ ga ik ook. “Toda vida” roepen Remberto weer. “Papa, tota vida, geen dia”. “Vi, vi, toda vida” Ik beloof beterschap.
“Toda vida”roepen we samen. Ik kom boven en schrik behoorlijk. Één van zijn zwembandjes drijft op het water. Gelukkig zie ik Remberto boven water, een beetje in paniek. Hij hapt naar lucht en met zijn kop onder water trappelt hij mijn richting op. Tot mijn opluchting lukt het hem om ook met éen zwembandje naar me toe te zwemmen. Als hij bijna bij me is doe ik een stapje terug. En nog één. Verbaast kijkt hij om zich heen. Uuh, ontsnapt er uit zijn van verbazing openstaande mond. Ben ik helemaal naar de andere kant gezwommen? Met één zwembandje. “Mama kijk”roept hij trots. “Toda vida” roept hij hard en trots als we hand in hand het water inspringen.
“Toda vida” jongen. “Toda vida”, op het leven.

zaterdag 19 februari 2011

Remberto!

Veel eerder:

Op weg naar restaurant el Tabano waar je Lagarto, krokodil, kunt eten verdwalen we. We hebben alle tijd dus heel erg is het niet. “Remberto” hoor ik achter me. Mijn zoon heeft als altijd mijn hand vast en de stem van Daniëlle herken ik wel, dus zij waren het niet. Ik kijk achterom en zie een paar kinderen verderop bij een huisje staan. Verder zie ik niemand dus ik zwaai hun vriendelijk gedag. Er volgt geen enkele reactie van de kinderen.
We lopen verder. Ik zal het me wel verbeeld hebben, denk ik bij mezelf. Langzaam begint zich echter een unheimisch gevoel zich van mij meester te maken. Stel nou dat we in zijn oude buurt lopen en familie van hem herkent Remberto?
“Heb je hier vroeger gewoond?” vraag ik Remberto. Remberto is vooral met het krijgen van zijn volgende ijsje bezig en antwoord kortaf “No”.
Tijdens het gesprek met Carola vragen we voor de zekerheid waar Remberto vandaan komt. “Een dorpje vlakbij de grens van Brazilië” is het geruststellende antwoord.

Gaan we nou nog naar Santa Cruz?

Vreemd genoeg hebben wij na de audiëntie van afgelopen woensdag niets meer van onze Moskoviets gehoord. Het eerste teken van leven is het briefje, van vrijdag, met de mededeling dat ze de 22ste of 23ste weer terug is.
Mama en mijn ventje slapen. Ik zit nog even achter de computer. In de rechter beneden hoek van mijn HP mini zie ik de datum staan, 9 februari. Dan pas realiseer ik me dat onze procedure bijna twee weken in de wacht wordt gezet. Voor het eerst sinds jaaaaaaren lig ik die nacht wakker.

Het begint al groen te worden
Ik vraag het meisje aan de balie vriendelijk of het zwembad weer eens schoon gemaakt kan worden.”Het water is goed” zegt ze tot mijn verbazing. “Hebt u dan een glas voor mij” vraag ik haar vriendelijk. Ze voelt kennelijk nattigheid. “Waarom?” vraagt ze enigszins onzeker naar de reden. “Ik wil u een slokje van het water aanbieden.” Verbijsterd bedankt ze ervoor. Ik zie haar gruwen bij het idee. Dat water met al die beestjes, brrrr. “Mijn zoon drinkt daar bij het zwemmen dus wel van” antwoord ik gemaakt vriendelijk.
Ze belooft maar weer eens dat het zwembad manana weer wordt schoon gemaakt. Ik dacht te weten dat manana in het Spaans iets als morgen betekend. Bij Hotel Jacaranda suite betekent het al dagen; ‘ga toch weg joh, wat kan ons onze (enige) klanten nou schelen’.
Bij het ontbijt zie ik dat het zwembad groener is dan het kunstgras bij GeuzenMiddenmeer. Ik informeer maar weer eens naar het schoonmaken van het zwembad. Het “manana” doet mijn humeur na een nachtje zonder slaap geen goed.
Tijdens het ontbijt twijfelen we lang of we er een telefoontje aan zullen wagen. “Probeer wel vriendelijk te blijven” geeft Daniëlle mee.
Ik neem het advies van Daniëlle ter harte. “Hoi Maria Rene” start ik de gebruikelijke uitwisseling van beleefdheden. “Met ons gaat het ook prima” beantwoord ik haar vraag hoe het gaat. “Ik vroeg me alleen af waarom er nu niets meer gebeurd”. Maria Rene legt me uit dat het drie dagen duurt voor de rechter onze documenten kan bevestigen. Woensdag, donderdag, vrijdag redeneer ik en het is nu zaterdag 12 februari. Kunnen we maandag met volle moed weer verder, toch?
 Vriendelijk vraag ik Maria Rene waarom ze pas 22 of 23 februari terugkeert naar Trinidad terwijl we, volgens mij, gewoon met de procedure verder kunnen. In het Spaans komen we er niet uit. Pachi, haar man, spreekt Engels en neemt het gesprek over. Op het moment dat hij ons uitnodigt ‘lekker twee weekjes voor vakantie naar Santa Cruz te komen’ besef ik dat ik moet ophangen. “We hebben er al vijfendertig dagen Trinidad opzitten en misschien nog wel dertig vakantie dagen voor de boeg” dank ik hem vriendelijk voor zijn aanbod ons verblijf met twee weken onnodig te verlengen.
 “Ja hoor, stuur maar” antwoord Pachi op mijn vraag of ik, via zijn mailadres, over het vervolg van de procedure in Trinidad een mailtje mag sturen. Het lucht mij in ieder geval even op als ik het mailtje heb verstuurd.
Nu nog van het kunstgras een zwembad maken.

vrijdag 18 februari 2011

Pasfoto, dinsdag 15 februari 2011

“Pap pah, ga nou daar staan” klaagt Remberto. Hij staat op de wenteltrap in de fotowinkel. Ik sta te wachten op de verkoper, die een uitgebreid gesprek met zijn vrienden heeft. ”Buenas tardes” probeer ik zijn aandacht te trekken. Met een vriendelijke glimlach knikt hij in mijn richting en vervolgt zijn gesprek.
Remberto loopt de trap af. “Papa aqui” zegt hij streng, op de plek waar ik moet gaan staan. Weer op de trap klinkt het waarschuwend, ”pap pah”.
Als ik eindelijk de verkoper heb gesproken geef ik hem zijn zin. “Eehn twhe dhu sphingen” met een grote sprong springt hij in mijn armen. “Otro veces”, nog een keer.
Voor we weg gingen hebben we op het balkon van het hotel een foto van Remberto en mij in een Ajax shirt gemaakt. Het shirt van Remberto is nog wat te groot, maar het is dan ook voor de rechter bedoeld. Naast een foto gaan we de rechter een origineel Ajax thuis tenue geven.
“Loop maar naar boven” zegt de fotograaf. Remberto mag eerst. Ik til hem op de kruk waarna de jongen zijn hoofd in de juiste houding zet. Remberto kijkt weer strak voor zich uit, er wordt immers een foto gemaakt, maar gelukkig hoeft hij voor zijn pasfoto niet te lachen.
Het is natuurlijk helemaal leuk, de eerste pasfoto’s van Remberto in ons bestaan. We grijpen het moment aan voor de eerste officiële gezins foto. De fotograaf haalt de wasknijpers van het rode doek los zodat we een andere achtergrond krijgen.”Gelukkig, rood vloekt bij mijn kleding” zegt Daan. Ik heb geen flauw idee waar het over gaat. Iets met kleuren of zo, begrijp ik.

Blinkende ramen

Eerder:
We zijn ruim voor de wekker wakker. Remberto is weer naast ons in bed gekropen maar slaapt nog. Daniëlle puzzelt en ik zit met de computer te klooien, weer geen internet.
Ik word gestoord door een geluid dat ik niet thuis kan brengen. Daan kijkt naar mij, ik naar haar. We kijken om ons heen. Dan pas realiseren we ons dat het van het balkon af komt. Tot onze verbazing staat een vrouw van het hotel onze ramen te poetsen, met een krant uiteraard.
Later die ochtend worden ook de ramen gedaan van de kamers waar geen gasten hebben geslapen.

donderdag 17 februari 2011

Peluqueria, maandag 14 februari 2011.

“Peluqueria manana” herhaalt onze hippie al een paar dagen. Waarna hij ons plechtig belooft morgen wel naar de kapper te willen.
We kiezen voor de kapper die papa al een keer eerder heeft geknipt. Remberto aarzelt. ”Misschien toch maar morgen?”, probeert hij. Papa duwt hem als antwoord naar binnen. De kapper legt een plank op de leuningen van de stoel zodat Remberto hoger komt te zitten. Ik til Remberto er op.“Gaat het goed” vraag ik aan mijn tot het uiterste gespannen mannetje.
Zonder een enkele beweging staart hij stuurs naar zichzelf in de spiegel. Dankbaar aanvaard hij mijn hand. Nauwgezet gadegeslagen gaat de kapper aan de slag. Het is nog wel reuze spannend maar het doet ook geen pijn. Eigenlijk is het wel lekker dat gefrutsel aan zijn hoofd. Het lukt Remberto zich een beetje te ontspannen. Zie ik daar een zuinig glimlachje?
Het scheermes, de grote schaar en andere hulpmiddelen worden opgeborgen. Met de kam en een klein schaartje begint de man aan een mooie scheiding. ”Euh meneer, hola vriend” klinkt het uit twee monden, “doe dat maar niet”.
“Guapo” zegt mama. Remberto kijkt trots in de spiegel. Ik til hem uit de stoel. “Papa” houdt hij mij aan de afspraak. Eerst Remberto een knipbeurt en dan papa. Een heel klein stukje zeg ik de kapper. Onverstoorbaar pakt de man de tondeuse en gaat flink hij aan de slag. Het was dan ook al weer een paar dagen geleden dat papa naar de kapper ging.
Remberto komt vanuit de badkamer aangelopen. “Papa kijk eens” wijst hij trots naar zijn pony, in zijn hand een nagelschaartje”.

woensdag 16 februari 2011

Chuchini, zondag 13 februari 2011




Toekan

“Mono” zegt Remberto droog als we de boot uitstappen. In de verte hangt een kooitje met een klein aapje erin. We zijn bij Chuchini. Een ecologisch park waar ze o.a. gewonde dieren tijdelijk verzorgen. Er komt een vrouw aangestrompeld. Na een vriendelijke begroeting gebaart ze ons verder te lopen.
Remberto trekt me mee naar de dieren. Papagajo, wijst hij. “Hola” begroet het beest ons. Maar Remberto loopt door naar een hok met een heel klein zwijntje. Door de gaten van het gaas probeert hij het zwijntje te aaien. Zodra de hand van Remberto en het zwijntje elkaar dicht naderen schrikken ze van elkaar terug. Nadat de vrouw en Sophia tevergeefs proberen het zwijntje uit het hok te halen. Blijft Remberto beteuterd voor het gaas staan. Humm denk ik, ik maak het deurtje open en pak het beest in zijn nekvel. Als een baby wieg ik het in mijn armen zodat Remberto het kan aaien. Ik wil het zwijntje weer terug zetten maar die blijft liever nog even liggen. Pas als Remberto het in zijn handjes laat bengelen, kop omlaag, protesteert het zwijntje heftig.
“Hola, hola”, krijst de papagaai weer. Angstig kijkt Remberto naar de papagaai op zijn arm. Het beest waggelt heen en weer en spreidt zijn vleugels vervaarlijk. Papa nu jij weer, duwt Remberto zijn arm richting mij. Pas als ik hem over de rug streel wordt de papagaai weer rustig, dat bevalt hem wel.
Na de rondleiding langs o.a. een wolf, twee soortgenoten van een jaguar, toekans en het archeologisch museum belanden we in de hangmatten. Het lukt het ventje niet om erin te klimmen. “Kijk Remberto, eerst de mat uit elkaar duwen en dan erin rollen” legt mama uit. Remberto zit stralend in zijn mat. “Papa kijk” roept hij naar mij, voor hij gaat liggen en zijn hangmat sluit. Daniëlle wiegt hem heen en weer, steeds hoger.”Mama niet hoger”gebaart hij. Met zijn armen maakt hij verontrust duidelijk dat hij dan helemaal over de kop kan gaan. Met een vertrokken gezicht, schudt hij heftig nee.
De vriendelijke vrouw beveelt ons een typisch streekgerecht aan. Heel ander eten dan te doen gebruikelijk, meldt ze. Inderdaad zit voor de variatie de kip ditmaal verstopt ín de pan met rijst. Het is lekker, dus ik schep nog maar eens een keertje op. “Rook, tegen de muggen, hé mama” Remberto is druk in de weer met de rookpot. Met de rook verjaagt hij de grote aantallen aanwezige muggen, zodat wij rustig kunnen eten.
We pakken onze rugzak en willen vertrekken. “Is het voor u” wijst ze naar mij, ”of voor de vrouw”. Ze maakt duidelijk dat ze nog een cadeau voor ons heeft. Ik gun Daniëlle het presentje. Toch enigszins verbaast ontvangen we een rekening voor het bezoek aan Chuchini en het eten. Onze interpretatie van alles inclusief, blijkt toch een beetje af te wijken van die van de organisator van de trip. We besluiten er later met onze vriend nog eens over te hebben.
Door de prachtige natuur varen we weer terug. Af en toe vergezelt door een paar dolfijnen. Terug in de bewoonde wereld wijzen we chef de organisator op het interpretatie verschil. Hij maakt duidelijk dat hij het misschien wel gezegd heeft maar niet zo heeft bedoeld. Daniëlle betaald hem het verschuldigde bedrag, daarbij op haar subtiele wijze nogmaals duidelijk makend dat ze het er niet mee eens is.