woensdag 23 februari 2011

Mama redt ons, zaterdag 19 februari 2011

Het is zwem weer en het zwembadwater ziet er blauw uit. Er zitten nog wel allemaal beestjes en troep in het water, deelt Remberto ons mee. Wij hebben crisis overleg aan de ontbijttafel. Het is alweer tien dagen geleden dat we bij de rechter waren en er gebeurt niets meer. De afspraak dat Maria Rene deze week weer naar Trinidad zou komen is verschoven naar maandag. Dat irriteert me nogal, maar vooral het vooruitzicht dat we daarna nog wel twee weken in Trinidad zitten benauwd me. Gelukkig kan ik mijn frustraties goed verbergen, toch mama?
Remberto komt met onze ramenwasser voor de badkamer aangelopen. “Ik ga het zwembad schoonmaken” zegt hij als hij langs de ontbijttafel loopt. Het geeft ons even de mogelijkheid een paar telefoontjes naar ons begeleidingsteam te plegen.

“Como papa” zingt Remberto de trap aflopend. Hij levert de kamersleutel in. “Como papa” zegt hij tegen de verbaasde receptioniste. Buiten bij de pilaar zet ik mijn voet op de sokkel. Ik moet mijn veters nog vastmaken. Remberto gaat naast me staan met zijn voet naast die van mijn.” Como papa, hé papa.” Net als papa moet hij zijn klittenband van zijn schoenen nog vastmaken.       
O oooh, het begint te druppelen. De zon schijnt nog heerlijk, maar de ervaring leert ons dat het weer nu snel kan omslaan. De buurt waar lopen ligt een beetje aan de rand van Trinidad. Er zijn vooral alleenstaande woningen achter hoge schuttingen. Daardoor zien we weinig schuil mogelijkheden. Een stukje verder in de straat houden kinderen een waterballonnen gevecht. Daar vlakbij is er een krakkemikkig afdakje waar we voor kiezen. We staan geamuseerd te kijken, terwijl het druppelen overgaat in een stortbui. Al snel stromen de goten over en vormen zich nieuwe stromingen over de straat.
Taxi roepen we naar de taxi’s die langs komen. Ze rijden bijna over onze tenen maar zien ons niet. De ruitenwissers zijn er dan ook al lang geleden afgevallen. De chauffeurs richten hun blik nu vooral strak voor zich uit op de weg.
We besluiten aan de overkant te gaan staan, op de oprit van een villa. De meiden die er wonen blijven in de regen staan. Toch al nat van het watergevecht met de buurjongens van de overkant.
We gaan een praatje met de meiden aan. Ook de moeders komen nog even poshoogte nemen. Ons hengelen naar een uitnodiging om even binnen te komen heeft jammer genoeg geen resultaat. Daniëlle besluit dan maar bij elke auto om een lift te vragen. Helaas staan we in een goede buurt, alleen een auto, type kost wat, houdt even in maar rijdt toch door.
Wat gaan we doen? Blijven we wachten tot het droog wordt, wat zomaar een paar uur kan duren of lopen we terug. We besluiten in ieder geval niet te gaan lopen, zelfs wadend door een zwembad zouden we nog droger blijven.
“Het is dezelfde auto” zegt Daan. Ik kijk naar de bestuurder die zit te bellen en zijn auto. Het zal wel denk ik. Het raampje aan de bestuurders kant zoeft open, “taxi?” vraagt de man vriendelijk. “Ik zag het aan je vinger” vervolgt hij.
Dankbaar laten we ons voor het hotel afzetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten