“Remberto, wat is er?” Daniëlle, is wakker geworden. Remberto staat aan haar voeteneind, huilt maar antwoord niet. “Kom maar bij mama liggen.” Remberto kruipt over mama heen en gaat dicht tegen haar aan liggen.
Remberto is huilend in de douche gaan zitten. In zichzelf gekeerd, onbereikbaar voor ons, zit hij in een hoekje. Heeft hij pijn? Kiespijn? Of is hij bang dat wij hem achter laten nu we naar Santa Cruz gaan? Het is pas half zes, ik wil hem daar niet laten zitten tot de wekker gaat. En bij hem in de douche gaan zitten? Ik til hem op, hij drukt zich dicht tegen me aan. Kom dan leg ik je tussen ons in, slaap nog maar wat. Remberto en mama vallen weer in slaap, papa opent de eerste email.
Er rinkelen geen bellen of toeters wanneer ik samen met Remberto door de detectiepoort loop. Ik doe mijn riem weer om, pak de tassen van de rollerbaan en loop door. Op één van de stoeltjes in de wachtruimte leg ik onze spullen. “Meneer, u meneer” ik realiseer me dat ze mij roepen. Twee politie mannen staan achter een balie naar mij te gebaren. Vragend kijk ik ze aan? Wat is de bedoeling? Ik besef heel goed dat het ze niet om mijn tassen gaat. Hoort hij bij u, wijst er een naar Remberto. Ja, knik ik. “ID, paspoorten graag” Ik weet dat alles goed geregeld is. Toch voel ik me ongemakkelijk. “In de tas zit de permisio de viaje” zegt Daniëlle wanneer ze ook door de detectiepoort komt.
De mannen bestuderen de papieren uitgebreid. “Is hij jullie zoon? vragen ze voor de zekerheid nog eens. “Zeker, Remberto, is onze zoon ” bevestigen we trots. Er wordt nog even druk gebladerd. Alstublieft, het is in order. Toch wel opgelucht pakken we de papieren en ID van Remberto weer aan.
“Dag Remberto, tot ziens” klinkt het tot mijn verbazing wanneer we ons aansluiten in de rij voor de gate. Beide politiemannen staan Remberto vrolijk uit te zwaaien.
Van dichtbij is het vliegtuig nog veeeel groter, is Remberto onder de indruk. Met papa dichtbij zich in de buurt valt het wel mee hoe spannend het is.
Bikkel |
Zich door het nauwe gangpad wurmend houdt hij zijn eigen rugzak voor zich. Hier ga ik zitten, maakt hij aanstalten zich op een lege plek te nestelen. “Kinderen mogen niet bij de nooduitgang zitten”stuurt een steward hem weg. Bij twee lege plekken achter elkaar gaan we zitten. Papa voor, Remberto erachter. Mama wordt naar het achterste bankje gedirigeerd. Er is daar nog ruimte zat. Tot er nog een mama met een jong kindje plaatst neemt. Remberto kijkt met een gespannen koppie naar buiten. We gaan steeds sneller en komen los van de grond. Remberto zit naast papa aan de andere kant van het gangpad. Papa heeft aan een mevrouw gevraagd of zij met Remberto van plaats wilt ruilen. Gelukkig is dat het geval.
Stoere Mannen |
Tot we de daling weer inzetten is het een rustige vlucht. Remberto is in slaap gedommeld maar schrikt nu weer wakker. Het vliegtuig schokt. Stilletjes staart Remberto voor zich uit. “Gaat het goed”, vraag ik. Ja, knikt Remberto. “Of wil je bij papa zitten, op schoot zitten?” Graag, geeft hij aan en slaat zijn armen stevig om me heen.
Op de grond maken we een paar foto’s bij het vliegtuig. “Nog een keertje?” vraag ik als we naar de bagage rekken van het vliegveld lopen. Neeee, lacht Remberto opgelucht.
Mama is ook blij dat we er al zijn. Eindelijk kan ze haar knieën weer strekken. Bovendien heeft het kind naast zich de hele reis keihard gekrijst. Tja, we zijn niet allemaal een bikkel.
De taxichauffeur weet wel ongeveer naar welk hotel we willen. Wanneer we de oprit oprijden zegt hij ”caro hotel, duur hotel”, en verdubbelt de prijs voor de taxirit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten