donderdag 3 maart 2011

Federico Garcia, zondag 27 februari 2011

Remberto is erbij gaan zitten, boos. Papa heeft hem neer gezet om bij het oversteken van de straat zelf te lopen. Meneer had het juist uitstekend naar zijn zin in de armen van papa. Dus is hij boos.
Het is zondag. Daarom is het niet verwonderlijk dat we onderweg zijn naar een voetbalwedstrijd. In het hotel logeren al de hele week de spelers van The Strongest, La Paz. Voetbal, wijst Remberto elke keer wanneer hij de jongens ziet. Vandaag gaan we naar hun wedstrijd tegen Blooming, Santa Cruz.
Zeg, vriend gaan we weer lopen, of wat? Het is behoorlijk warm en we hebben niet echt veel zin in deze padstelling. Ik til hem op en zet hem een stuk verder op een stoepje, waar hij geen gevaar loopt. Recht tegenover een busje met bandenpech. Een stel mannen proberen de lekke band te verwisselen. Jammer genoeg hebben de mannen nog voldoende tijd zich met ons te bemoeien. Heel fijn, daar had ik nou net zin in.
Om er vanaf te zijn til ik Remberto op en draag hem naar het stadion een paar straten verderop. Gelukkig wil hij daar weer zelf lopen. Alsof er niets gebeurd is praat hij vrolijk honderd uit. We zijn vroeg om de sfeer te proeven. Omdat er nog niets te proeven valt, lopen we om het stadion heen.
“He, dat is een spelersbus” zegt Daan. Dichterbij zien we dat het de bus is van The Strongest. We zwaaien naar de spelers die hun spullen pakken. De spelers die Remberto herkennen zwaaien terug. Één speler komt naar het hek en geeft Remberto een hand en praat wat met hem. Als de speler weg loopt, wandelt Remberto naar het toegangshek. “Nee jo. Dat kan niet, dat hek is dicht” leg ik Remberto uit. Frederico, de speler, ziet Remberto en loopt naar een man toe. Er volgt kort overleg, “zij logeren bij ons in het hotel” vang ik op. De man antwoord uitgebreid, met handen en heftige gebaren. Dan opent hij het hek. “Kom maar met mij mee” nodigt Frederico ons uit. Mama is een chica dus zij moet op de gang blijven. Remberto en papa nestelen zich in een hoekje van de kleedkamer waar de spelers rustig zitten te wachten.

Na een tijdje verlaten we de kleedkamer en maken aanstalten te vertrekken. We proberen duidelijk te maken dat we door het hek eruit willen. Een van de trainers komt naar ons toe en vraagt wat we gaan doen. We moeten nog kaartjes kopen, leggen we uit. “Dat hoeft niet, jullie zijn onze gasten” antwoord hij. Hij spreekt de man van het hek aan en regelt dat we kunnen blijven.
We gaan weer naar binnen, mama praat wat met de mannen van de pers. “Chiwi, plassen” fluistert Remberto in mijn oor. Samen lopen we de trap af de catacombe in. “Meneer, waar kunnen we een toilet vinden?” “Er zijn hier geen toiletten, alleen in de kleedkamers” is niet het antwoord waar ik op hoopte. Niemand kijkt raar op wanneer ik de kleedkamerdeur open en met Remberto door de kleedkamer naar de wc sluip.
Daniëlle, ik zag in de catacombe dat we het veld op kunnen, laten we een kijkje nemen. We lopen de betonnen trap op en staan aan de rand van het veld. Het is nog steeds vrij rustig, uiteindelijk zullen slechts vijfduizend van de twintigduizend plaatsen bezet zijn vandaag, maar wij vinden het heel bijzonder.

Service naar de pers

 “Ik moet poepen” fluistert Remberto dit keer in mijn oor. De trainer is begonnen met de wedstrijdbespreking. Het gaat me toch net even te ver om nu naar binnen te lopen. Gelukkig is de man niet lang van stof. Als we de jongens elkaar horen aan moedigen en toe schreeuwen, lopen we tegen de stroom in naar binnen. “Sorry, hij moet poepen” dringen we voor bij het toilet.

Frederico Garcia

 Frederico de Garcia blijkt de aanvoerder te zijn. Voor hij, binnen, aan de warming up begint trek ik hem aan de arm. Uiteraard wil hij met Remberto op de foto.

Tijdens de wedstrijd zitten we op de tribune.We moeten wel snel langs het veld rennen want de wedstrijd is al begonnen. Wanneer de wedstrijd is afgelopen gaan wij weer terug over het veld naar de kleedkamers, spreek ik af met de bewaker bij het hek. De wedstrijd is een hele belevenis. Remberto krijgt Fanta, snoep, een snack in de rust. De harde kern van de thuisploeg zingt de gehele wedstrijd de longen uit het lijf. Opmerkelijk, zij afficheren zich met Israel. Dat doet mij toch een beetje aan een andere club denken.

 Na het laatste fluitsignaal ren ik met Remberto naar onze held, de aanvoerder. Halverwege struikelt de kleine man, maar daar kunnen we niet opwachten. Volgens mama sleep ik hem het hele veld over. Maar na een metertje of twee rent hij alweer mee. Er is 1 -1 gespeeld, ik hoor Frederico in een interview op het veld vertellen dat “het vandaag heel erg belangrijk was niet te verliezen”. Wanneer hij Remberto ziet, maakt hij even tijd. “Hier jongen het wedstrijdcadeau dat we van Blooming hebben gekregen” krijgt Remberto een mooie roze rugzak.

Mama, papa en Remberto zijn het met elkaar eens, het was erg tof. 

2 opmerkingen:

  1. Wat een stoere ervaring!!! Echt geweldig!!
    We zijn troewe lezers van jullie blog, maar reageren lukt steeds niet. Ben benieuwd hoe het nu gaat...

    groeten Marc, Karin en Tomas Thijssen
    (bolivialijst en hyves)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. eindelijk gelukt! staat er een typ fout in....
    trouwe lezers bedoelde ik natuurlijk

    BeantwoordenVerwijderen