dinsdag 22 maart 2011

Rennen dan, zondag 20 maart 2011.

De zon schijnt door de gordijnen heen. Het beloofd een mooie dag bij het zwembad te worden. Ik ben gisteravond samen met Remberto in slaap gevallen, dus goed uitgeslapen. “Gezellig hoor, er is hier niets te doen en jij valt om half negen in slaap” hoorde ik mama nog mopperen voor ze het licht uit deed. “Poeh, ik ben gebroken, wat heb ik slecht geslapen” klaagt ze wanneer ze wakker wordt. De bedden zijn inderdaad (tja als het ware, toch wel) matig. “Ik heb het gevoel of ik moet kotsen, alles doet me pijn” vervolgt mama.
Voorzichtig neemt Daan een paar happen van een droog, geroosterd, broodje. De thee haalt ze al niet meer. Met haar hand voor haar mond snelt ze naar onze kamer. Nog net voor de drempel, bij de deur, komt alles er weer uit. Voedselvergiftiging, met de medicijnen in Santa Cruz is het zaak weer snel terug te gaan.
“Uw taxi komt over ongeveer tien minuten” antwoord de receptioniste net zo vriendelijk als de vorige tien minuten, een half uur geleden. Het dorp ligt vijftien minuten, met Remberto wandelend, verder op. Blijkbaar doen je daar met de taxi vijfenveertig minuten over.
“Over tien minuten is de taxi er” probeer ik Daan op te vrolijken. “Ik wordt duizelig, ik moet even liggen” mislukt mijn poging smadelijk. Remberto kijkt, nogmaals, naar de Nederlandse versie van Tarzan. Ik kijk half met hem mee, half naar Daniëlle die op een ligstoel is gaan liggen. Ik hoor geritsel. In mijn ooghoek verschijnt een paard. Even graast het wat in het perkje, dan loopt het op zijn gemak verder. Mensen springen op om Jolly Jumper te verjagen. Onverstoorbaar wandelt het verder naar het zwembad. Pas als het verzadigd is kijkt het op van het drinken. Uh, ik moet weg of zo?
Heel handig wordt het paard de weg terug afgesneden door zijn belagers. Het geeft ons de mogelijkheid Remberto het ‘wilde’ beest te laten aaien.
“Papa, er lopen daar beneden in de wei nog meer caballos. Ga je mee? Knikt hij verwachtingsvol ja. De taxi is er weer over tien minuten. Juffie heeft de bestuurder op zijn mobiel gebeld, wat kan er nu nog mis gaan? We wandelen de trappen af naar beneden. Remberto geeft commando ‘papa stop’. De laatste twee treden springen we. Zelfvoldaan loopt hij de tweede trap af. We springen weer twee treden, Remberto groeit. Stop papa, sta ik bewegingsloos stil. Voor ons prijken maar liefst vier treden. Ik overleg met mijn binkie of dat niet een beetje te veel van het goeden is. Papa, niet zeuren. Één, twee, drie springen, waagt hij de sprong.
Trots zweeft hij naast me over het gras naar de paarden. “Wacht dan plukken we vers gras” buk ik. Remberto helpt. “Caballos, kom dan, lekker vers gras” lokken we onze toekomstige paardenvriendjes. Op veilige afstand wandelen de beesten bij ons weg. Teleurgesteld taaien we af. Gelukkig komt onze zwembadganger aangewandeld. Vers gras, graag? Wacht het dier op ons.
“Uw taxi is er” wordt ons geduld beloond. Het is eigenlijk geen taxi maar een express, een snelle auto tussen twee punten. Tegen dubbel tarief, mogen we met de man en zijn vrouw meerijden. “Ik moet gaan zitten” meldt Daniëlle nadat ze is uitgestapt. “Ik word weer helemaal duizelig” steekt ze de straat over, richting de bankjes op het plein. “Remberto loopt vrolijk zijn moeder achterna”. Hier je geld, gris ik onze spullen bij elkaar. Doorlopen eikel, duw ik Remberto snel de weg af.
Met Daan gaat het redelijk, snel check ik of we alles hebben. Heel fijn, we missen mijn gewone bril. Rennen dan, spoort Daniëlle me aan. De taxi heeft maar twee straten voor sprong, en ik was twintig jaar geleden nog in topconditie. Ik begin te sprinten, vermoed ik. De taxi moet wachten voor rood licht. Wild gebarend ren ik naar hem toe. Op dertig meter na heb ik het gehaald. Elke andere dag van de week had ik de taxi wel ingehaald. Op zondag is er alleen zo weinig verkeer dat mijn bril optrekt en uitzicht verdwijnt. Ik probeer mijn lichaam weer op orde te brengen. Gelukkig zijn er geen camera’s, denk ik nahijgend.
Terug in het hotel bellen we onze taxi op zijn mobiel. Hij is al vijf minuten weg en heeft geen zin even terug te rijden. Morgen rijdt hij vanuit Buenavista, twee uur heen en twee uur terug, naar Santa Cruz en brengt mijn bril naar ons hotel.
Ik ben allang blij dat mijn bril terug komt.

1 opmerking:

  1. Chiel vraagt zich dan af, waarom jij maandag dan gaat meedoen, als je niet eens de taxi kan inhalen, hahahahaha

    Met de vriendelijk groetjes van de interim-coach
    Michiel

    EN Jackie

    BeantwoordenVerwijderen