“De taxi moet uit het centrum komen, dat gaat nog twintig minuten duren” meldt onze gids, iets te optimistisch. Heen zijn we met de taxi vanuit het centrum gekomen. Twintig minuten? Een brandweerauto met sirene en zwaailicht redt dat nu nog niet.
“Ik wil niet lopen, ik wil met de taxi” loopt Remberto te mokken. “Kijk daar in de verte bij die winkels? Daar gaan we eten” houd ik de moed erin. “Taxi” mokt Remberto.
Ik pak de hand van Remberto wat steviger vast. We staan bij de restaurantjes, aan de overkant van de weg. Met een kleine ruk trek ik Remberto naar achteren. Een busje rijdt vlak langs en heeft geen oog voor andere weggebruikers.
Geïrriteerd kijk ik het busje na, het stopt twintig meter verderop. Centrum Santa Cruz, staat er op een bordje achter het raam. “Daan, wij wilde toch weer met de bus” krijg ik een idee.
Lekker dan, bij het park Yvaga Guazu hebben we net met ons laatste kleingeld betaald. “Nee, ik heb geen drie Bolivianos, alleen maar briefjes van honderd” verontschuldigt mama zich bij de bestuurder. “Papa kijk eens, muchos coches” wijst Remberto op de ons omringende auto’s.
De bestuurder is druk gebarend met de passagiers voorin aan het praten. Naast een open vrachtwagen, opent hij de deur. De voorste passagiers stappen een beetje verbaast uit. Één voor één volgende andere passagiers. Jullie moeten er ook uit, begrijpen wij. Met de andere passagiers klimmen we achterop de vrachtwagen.
Gespannen houdt Remberto de rand van de laadklep vast. Toch een beetje bang wurmt hij zich naar een plekje tussen mijn benen in. Met papa over zich heen gebogen komt de branie beetje bij beetje weer terug.
In de brandende zon zorgt het rijden voor een verfrissend windje. Geamuseerd kijk ik naar de wanorde op de weg om ons heen. Groen, toeteren twintig claxons. We rijden geen meter verder. Grroooehoen, klinken de toeters, wanneer het stoplicht weer op groen springt, in koor. Het helpt, het is nog net groen, wanneer we het stoplicht passeren. Ga opzij, toeteren de auto’s nu we het kruispunt blokkeren.
“Eruit, eruit”. Net zo plotseling als we overstapte op de vrachtwagen, bereiken we het eindpunt. Ja, en nu, kijken niet alleen wij verbaast om ons heen.
Rembeertooo verrassing, we gaan weer lopen. “Taxi” sputtert luiwammes tegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten