zondag 6 maart 2011

No mano, dinsdag 1 maart 2011

We dralen een beetje. Het voelt alsof je binnen loopt op een feestje van onbekende. Doen we alsof we uit Barcelona komen (Fawlty Towers), of melden we ons bij de receptie? Het wordt er een beetje tussen in. We kleden ons om zodat Remberto al kan zwemmen en daarna gaan we ons melden. “Welke kamer hebben jullie?” spreekt de zwembad opzichter mij aan, terwijl we op Daniëlle wachten. “Wij hebben geen kamer in dit hotel, maar willen wel gebruik maken van het zwembad” antwoord ik. Het is geen probleem alleen moeten we daarvoor twintig dollar betalen.  
Ik loop naar de receptie van Los Tajibos om te betalen. ”Prima, u bent hier met uw vrouw en zoon? Dat kost dan vijfentwintig dollar” slaat de Boliviaanse inflatie toe. Terug bij de zwembad opzichter betaal ik twintig dollar, blijf ik een Hollander.
Het zwembad is lekker groot, heeft schoon blauw water, we genieten van een cocktailtje, wiegen in een hangmat het is een heerlijke dag.

“Taxi” roept Remberto hoopvol tegen elke auto die passeert. We lopen gezellig het hele stuk, naar ons hotel, terug. Remberto heeft het overal druk mee. Een taxi aanhouden, om ijsjes vragen, in de armen van papa springen en natuurlijk mama pesten. “Mama, no mano” pest hij mama voor we moeten oversteken. Triomfantelijk steekt hij zijn hand omhoog. Zijn andere hand verbergt hij in de hand van papa. Hand in hand steken we de straat over. Mama krijgt lekker geen hand. Soms is het niet zo erg wanneer je elkaar niet helemaal goed begrijpt. Mama krijgt geen hand, maar bedoelde ‘of papa of mama een hand geven bij het oversteken’.
“Sí mano” zegt mama vrolijk, streng. “Geen hand voor mama” geniet Remberto opstandig.
Hebben we eigenlijk al wat van ons begeleidingsteam gehoord?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten