Hij kijkt me met zijn priemende ogen aan. Slaat zijn lange armpjes om mijn nek. Ik trek hem iets hoger, zodat hij op mijn borst rust, en streel hem zachtjes over zijn rug. Zijn ogen sluiten wanneer ik hem over zijn koppie aai.
“Iiiieeeiie” stoot Remberto verrukt uit. Heel voorzichtig aait hij de staart van de grote aap. Wil je de kleine aap van mij overnemen, bied ik Remberto aan. ”Nee, bedankt” schut hij zijn hoofd. “Papa, kijk ik aai zijn staart” is Remberto in zijn nopjes.
Ik slinger tussen twee emoties, het is geweldig om met z’n klein beessie te spelen en het te aaien. Aan de andere kant heb ik er toch wel moeite mee dat de apen aan een touw vastzitten.
We zijn open, bevestigd de andere kant van de lijn. Eerdere ervaringen hebben geleerd dat het loont vooraf te bellen of het park ook echt open is. We stappen in bij een taxi die net zijn klanten afzet. “Wij willen graag naar Yvaga Guaza” geeft mama het doel van onze rit aan. “Yvaque que?” herhaalt de man verbaast, de kaart van Daniëlle overnemend. Het park ligt vijftien minuten buiten het centrum. “Oh, juist daarheen” doet de man wijs, om twintig meter verderop bij een andere taxi te informeren waar Yvaga Guaza ligt. De vijftien minuten zijn een beetje optimistisch, hoewel ik niet uitsluit dat het mogelijk zou kunnen zijn.
Langzaam rijden we het park binnen. Hopelijk is het echt open, denk ik bij het zien van het verlaten park. De chauffeur gaat nog iets langzamer rijden. “Moet ik jullie hier echt afzetten?” vraagt hij vertwijfelt.
Vlakbij een wacht / tolhuisje stoppen we. Een meisje komt loom overeind. Ja, we zijn wel open, bevestigd ze verbaast iemand te zien. “Wacht hier maar even dan ga ik kijken of er een gids is” loopt ze weg. “Papa, ga je mee” wijst Remberto naar een houten trekwagen. Het duurt even voor ze weer terug komt. “We moeten tanken” klimt Remberto uit de trekwagen. Verrassend genoeg kost het me ‘vijf Bolivianos’.
We gaan een heel stuk wandelen, heeft u iets tegen de muggen bij u. Sinds we in Santa Cruz zijn hebben we ons niet meer met OFF ingesmeerd. “Wij hebben niets bij ons, is het echt nodig” informeert mama of er Denque gevaar is. “Nee, dat niet maar er zijn wel veel muggen”. Doe maar weer een potje OFF dan, verpest mama een muggen feestje.
Na de apen, stappen we een hok met papagaaien en schildpadden binnen. Ook de schildpadden vinden het lekker wanneer je ze onder de kin kietelt. Een grote schildpad komt mijn kant opgerend. Wij hebben de tijd, geduldig wacht ik op het beest. Met open bek arriveert het beest bij mijn hand. Benieuwd wat er gebeurd houd ik mijn hand vlakbij zijn kop. Hap doet stoffel.
“Auw”. Remberto lacht. “Mama, kijk. Papa hield zijn hand voor de schildpad en is in zijn vinger gebeten, grappig hé”. “Kijk”pakt hij mijn hand en laat mama mijn gewonde vinger zien. Eigenlijk verwachtte ik niet dat een schildpad zo hard kon bijten. *%& beest.
Onze Tarzan |
We maken een lange wandeling door het park. Onze gids heeft bij elke boom, plant en de enkele bloem die bloeit een fascinerend verhaal. Jammer genoeg heeft Remberto geen zin in haar verhalen. “Vamos, papa”trekt hij me mee. “Waar ging het over” acteer ik interesse. “Weet ik veel, ik luister niet meer” antwoord Daan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten